GRAFISCHE COMMUNICATIE EN MEDIA EERSTE EERSTE GRAAD GRAA D / BASISOPTI B ASISOPTIE E LEERPLAN LEER PLAN SECUN SEC UND DAIR AIR ONDERWIJ ONDERWIJ S september 2006 LICAP – BRUSSEL D/2006/0279/043
GRAFISCHE COMMUNICATIE EN MEDIA EERSTE EERSTE GRAAD GRAA D / BASISOPTI B ASISOPTIE E
LEERPLAN LEER PLAN SECUN SEC UND DAIR AIR ONDERWIJ ONDERWIJ S LICAP – BRUSSEL D/2006/0279/043 (vervangt D/1999/0279/057 met ingang van 1 september 2006) ISBN IS BN 978-90-685 978-90-6858-686 8-686-2 -2
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Inhoud Lessent Les sent abel ....................... .................................. ....................... ....................... ....................... ....................... ...................... ....................... ....................... .................5 ......5 1
Visie op de basisoptie Grafische communicatie en media................................7
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Aan sl uiten ui ten op de basi b asi svis sv is ie v an TV Tech nolo no lo gisc gi sc he opv o pvoed oedin in g van het eerste eers te l eerjaar eerj aar A ....7 Leerli ngen con fr ont eren met vers chil ch illend lend e werk vor men ........... ................. ............ ............ ........... ........... ............ ............ ............ .........7 ...7 Handelen op basi s van h et tech nol ogi sch sc h pr oces ............ ................. ........... ........... ........... ............ ........... ........... ............ ............ ............ .........8 ...8 Inzicht elijk leren h andelen in de c ontext van grafis che beroepen ...... ......... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .....10 ..10 De pro duc tr ealisat ie staat st aat cent raal ........... ................. ............ ........... ........... ............ ........... ........... ............ ............ ............ ........... ........... ............ ........... .........10 ....10
2
Beginsituatie........................................................................................................12
3
Al gem ene d oel st ell i ng en ......................... ............ .......................... .......................... .......................... .......................... .................... ....... 13
3.1 3.2
Hoofd Hoo fddo doels els tel li ng .............................................................................. ............................................................................................................................13 ..............................................13 Af gel eid e doel st ell ingen in gen ................................................................................... .................................................................................................................13 ..............................13
4
Al gem ene p edagog edag og is ch -di dact dac t is ch e wenk w enken en ......................... ............ .......................... .......................... ............. 14
4.1 4.2 4.3
Het leerpl an en het opv oedi ngs pro ject ............ .................. ............ ........... ........... ........... ........... ............ ............ ............ ........... ........... ........... ........... .........14 ...14 De productrealisatie........................................................................................................................14 Evaluatie...........................................................................................................................................15
5
Leerplandoelst elling en, leerinho uden en didact isch e w enken........ enken........... ..... ..... ...... ...... ..... 17
5.1 5.2 5.3 5.4
Het Het rui mtelijk w aarnemingsvermoge aarnemingsvermogen n en het rui mtelijk v oorstellingsv ermogen ermogen ontw on tw ikkel ik kelen en ............................................................................. ......................................................................................................................................17 .........................................................17 De eigen mog elijk heden inzake het ontw erpen van produ cten ontd ekken ...... ......... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ......1 ...18 8 De eig eigen en mogel ijkh ij kheden eden inzake de uit voer ing ont dekk en ........... ................. ............ ........... ........... ............ ............ ........... ........... .......20 .20 Evaluat ie van pro duc t en pro ces ............ ................. ........... ............ ........... ........... ............ ........... ........... ............ ........... ........... ............ ........... ........... ........... ........23 ...23
6
Minim Min im ale materi mat eri ële vereis ver eisten ten ...................... ................................. ...................... ....................... ....................... .....................24 ..........24
7
Bi bl io gr afie afi e ....................... .................................. ...................... ....................... ....................... ...................... ....................... ....................... ............... ....25 25
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
3 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Lessentabel Pedagogische vakbenaming
uren/week
Fund amenteel gedeelte
7/5
Realisatietechnieken grafische
4/2
Ad mi mini ni st rat ratiev ieve e vakbenaming
P V Realisatietechnieken Grafische technieken t echnieken// Nijverheidstechnieken
Tech Technolog ologis isch che e act activit ivitei eitten
3/3
TV Grafische technieken/ Nijverheidstechnieken
Keuzegedeelte
Men heeft minimaal 5 uren voorzien in het fundamenteel gedeelte van de lessentabel. Deze uren kunnen uitgebreid worden tot 7 uur wanneer de school 34 lesuren aanbiedt.
Voor deze vakken is het leerplan in deze brochure opgenomen.
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
5 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
1
Visie op de basisop tie Grafis Grafis che com muni catie en media
1.1 1.1
Aanslui ten op de basisvi sie van TV Techno Techno logi sche opvo eding van het eerste l eerjaar eerjaar A
Zoals in het vak Technologische opvoeding beoogt deze basisoptie een sterke band tussen denken en doen. Via observatie, nadenken en praktisch werk groeit de leerling in kennis, inzicht en motorische en zintuiglijke vaardigheden. Deze vaardigheden: – zijn praktisch praktisch van aard (organiseren, denken en werken werken onder een zekere tijdsdruk, bedienen van werktuiwerktuigen en apparaten, communiceren via tekeningen, kiezen van middelen, diverse oplossingen uitwerken, opdrachten realiseren binnen een vooraf afgesproken graad van nauwkeurigheid, …); – hebben ook betrekk betrekking ing op het verwerven verwerven van van sociale vaardigh vaardigheden eden (samenwerken, (samenwerken, afspraken maken maken en nakomen, rekening houden met anderen, …); – zijn zijn gericht op het ontplooien van eigen creativiteit en op het verwerven van van inzicht inzicht in ontwerpontwerp- en uitvoeringsaspecten (probleemoplossend denken en handelen, kritisch zijn ten opzichte van de eigen oplossingen, ontwerpen, …). E r gaat aandacht naar het ontwikkelen ontwikkelen van attitudes: attitudes: evaluatiegericht zijn ten opzichte van zichzelf zichzelf en het eigen werk, veilig werken, waardering tonen voor het esthetische, enthousiast zijn, doorzetten, vertrouwen opbouwen, … Via de ethische en spirituele dimensie kan de christelijke chris telijke visie aan bod komen: komen: kritische kritische reflectie over de waarde waarde en de beperkingen van techniek, de impact van de mens op het milieu, …
1.2 1.2
Leerlingen conf ron teren met verschi llende werkvo rmen
Zoals in het vak Technologische opvoeding worden de leerlingen in de basisoptie Grafische communicatie en media geconfronteerd met verschillende werkvormen waarbij de leraar doceert, demonstreert of als begeleider (coach) naast de leerling staat. – Bij het doceren bepaalt bepaalt de leraar de inhoud, inhoud, het tempo tempo en de diepgang diepgang van van de les. Hij Hij zorgt ervoor dat de leerlingen op een actieve wijze deelnemen deelnemen aan het leerproces. De leerlingen luisteren, luis teren, noteren noteren en gaan in op de gestelde gestelde vragen; zij verwerken op zelfstandige zel fstandige wijze tekst en analyseren technische probleemstellinprobleemstellingen; zij krijgen eveneens de gelegenheid tot het stellen van vragen waarop ingespeeld wordt. – Ook bij het demonstreren demonstreren bepaalt de leraar het tempo tempo en de diepgang. diepgang. Daarbij krijgen krijgen de leerlingen de de opdracht om: − aandachtig te observeren; − gerichte vragen te stellen om het inzicht te vergroten; − aandacht te hebben voor die aspecten die bepalend zijn voor het eigen handelingsproces. – Bij het coachen krijgt krijgt de leerling de gelegenheid gelegenheid zelf te te onderzoeken, onderzoeken, te experimenteren experimenteren,, te te analyseren, analyseren, te ontwerpen, te overleggen, te testen, te schetsen, in werking te stellen, te controleren, te evalueren, uit te voeren, … De leerling moet eveneens eveneens leren leren samenwerken. samenwerken. Bij Bij het coachen zal zal de leraar voornamelijk activeren, stimuleren, controleren, evalueren, bijsturen. bij sturen. Vooral deze laatste werkvorm krijgt in het vak Technologische opvoeding bijzondere aandacht. Om dit te realiseren creëert men men vooral leersituat leers ituaties ies waar de leerlingen de gelegenheid krijgen om zelfstandig iets te realiseren. realise ren.
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
7 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
1.3 1.3
Handelen Handelen op basis van het technol ogi sch proc es
In het vak Technologische opvoeding maakt de leerling kennis met het technologisch technologisch proces (zie schematisch schematisch voorstelling volgende pagina). Dit proces wordt steeds geplaatst tegen de achtergrond van natuur natuur en cultuur en bevat twee grote hoofdstromen. De basisoptie Grafische communicatie en media bouwt hier via het leggen van een aantal specifieke specifieke klemtonen klemtonen op verder. Het technologisch proces wordt – in die situaties waar het echt zinvol en bevattelijk bevattelijk is – geplaatst tegen de de achtergrond van natuur en cultuur. De klemtoon ligt op de productrealisatie. Daarbij verdiept men de aspecten ontwerpen, maken, gebruiken/onderhouden en recyclage rec yclage van de hoofdstroom van het technologisch technologisch proces. proces . Tijdens Tijdens de productrealisatie productrealisatie worden grafis grafische che materialen verwerkt en bewerkt met met geschikte gereedschappen en worden bepaalde ontwerp en vormgevingstechnieken vormgevingstechnieken gebruikt. Daar waar verschillende verschi llende mogelijke oplossingen oplossingen zich zich aandienen moet een verantwoorde keuze worden gemaakt. Hierbij wordt specifiek de aandacht gevestigd op: – het herkennen en analyseren analyseren van de probleem probleemstelling stelling en van de vereisten vereisten waaraan waaraan de oplossing moet moet voldoen; – het zoeken van de meest geschikte geschikte uitvoeringsmethode uitvoeringsmethode en techniek; zelfstandig zelfstandig oplossingen oplossingen zoeken en een geschikte oplossing kiezen; – het realiseren van de gekozen oploss oplossing: ing: plan opstellen, materiaal materiaal en gereedschap kiezen, werkm werkmethode opstellen, opdracht uitvoeren; uitvoeren; – indien mogelijk het afgewerkt product oordeelkundig gebruiken; – het afgewerkt product zo objectief mogelijk controleren controleren en beoordelen naar kwaliteit kwaliteit en functionaliteit functionaliteit.. Het technologisch proces dient niet altijd in elke les of bij elke opdracht te worden geëxpliciteerd.
8 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
9 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
1.4 1.4
Inzichtelij k leren handelen in de cont ext van grafis che beroepen
Dit geldt voor de volledige vormingscyclus, tot en met de derde graad. De basisoptie Grafische communicatie en media bereidt hierop voor. Dit houdt in dat: – de leerling leerling het eigen leerproces leert sturen, de eigen denk- en leeractiviteiten leert organiseren en controleren en de verworven informatie leert benutten in nieuwe situaties; – vaardigheden op zich geen geen eigen leven leiden, maar maar een concrete inhoud hebben en gekaderd gekaderd worden in een bepaalde context; – het verwerven verwerven van transferabele transferabele vaardigheden belangrijk is; – de klemt klemtoon oon ligt op het het proces van het nadenkend handelen (vaardig gedrag); – de leerling de aangeboden leerinhouden op een persoonlijke wijze verwerkt verwerkt;; – men kan werken binnen een krachtige leeromgeving. De infrastructuur infrastructuur en de uitrusting zijn belangrijk: zonder geschikt geschikt materiaal, materiaal, zonder zonder geschikt lokaal kunnen de doelstellingen evenmin worden waargemaakt. De inhouden worden zo aangeboden dat de leerling ze als een geheel ervaart. Om pedagogisch-didactische redenen worden theorie theorie en praktijk dan ook geïnteg geï ntegreerd reerd aangeboden via het leerplan. Indien I ndien de school school ervoor opteert om de uren over verschillende leraren te verdelen, zullen de leraren de leerplandoelstellingen in overleg moeten inventariseren inventariseren in een gezamenlijk jaarplan.
1.5 1.5
De pro duct realisatie staat centraal
1.5.1
Algemeen
In de basisoptie Grafische communicatie en media staat de productrealisatie centraal. Het realiseren van een product biedt de mogelijkheid om kennis te maken met verschillende aspecten die de realisatie kunnen beïnvloeden. Deze hebben zowel te maken met het conceptueel vormgeven van het product, op het ontwerp en op de uitvoering. De wijze wijz e waarop technieken, gereedschappen, gereedsc happen, apparaten en machines worden gebruikt om het product te realiseren is eveneens van groot belang.
1.5. 1.5.2 2
Conceptuele vor mgeving saspecten
Onder conceptuele vormgevingsaspecten vormgevingsaspecten verstaat men: men: die aspecten die slaan slaan op het bedenken van oplossinoplos singen in relatie met de gestelde eisen aan het product. product. Hiervoor Hiervoor dient men men zichzelf zichzelf een aantal vragen te stellen en hierop antwoorden antwoorden te zoeken. Voor deze leerlingen leerlingen beperkt men men zich zich tot eenvoudige eenvoudige vraagstellingen. vraagstellingen. Het Het is zinvol dat leerlingen de volgende vragen kunnen beantwoorden en deze antwoorden kunnen toelichten. – Wat is de functie functie van van het het product? product? Wat kan men ermee ermee aanvangen? aanvangen? – Uit welke basisvorm basisvormen en zijn zijn de verschillende verschillende onderdelen en het geheel gedacht gedacht (ruimtelijk (ruimtelijk inzicht en voorstellingsvermogen)? – Welke communicatiemiddelen communicatiemiddelen worden gebruikt tussen tussen de ontwerper, de uitvoerder en de gebruiker? Welke technische aspecten dienen het ontwerp te vergezellen om het product te kunnen realiseren? – Welke zijn de basisprincipes basisprincipes die die bepalend zijn zijn voor een evenwichtige/stabiele evenwichtige/stabiele vormgeving? vormgeving? – Wat is de functie functie van van elk onderdeel? Wat is de relatie tussen de verschillende onderdelen? onderdelen? Zijn de de functie functie en/of relatie bepalend voor de vormgeving? – In welke mate is de materiaalkeuze van belang? – Welke hulpmiddelen hulpmiddelen (materialen, (materialen, gereedschappen gereedschappen en apparaten/m apparaten/machines) achines) zijn er nodig om het product te realiseren? Zijn er altern alternatieven atieven en op welke wijze hebben ze een impact impact op de werkmethode werkmethode en kwaliteit kwaliteit van het product? – Wat is de materiaalkostp materiaalkostprijs? rijs? Hoeveel tijd tijd heeft men nodig om dit product te realiseren?
10 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
1.5. 1.5.3 3
Ontdekken van de moeili jkh eidsgraad en (eigen) (eigen) mogeli jkheden
Tijde Tijden ns de produ oductr ctreali ealisa sattie word orden de leer leerli lin ngen gecon econffron ronteerd eerd met versc ersch hille illen nde aspe aspect cten en van ontw ntwerp en uitvoering. uitvoering. Langs L angs deze dez e weg ontdekken ze eigen mogelijkheden mogelijkheden in de context van van deze basisoptie. basisoptie. Op deze wijze zal zal hun verdere studiekeuze studiekeuze beter onderbouwd zijn en groeien groeien de leerlingen leerlingen in de mogelijkhei mogelijkheid d tothet sturen van van het eigen leerproces. – Via het bestuderen van verschillende ontwerpontwerp- en uitvoeringsvarianten uitvoeringsvarianten ontdekt ontdekt de leerling een grote grote ververscheidenheid aan mogelijke oplossingen. – Via het bewerken bewerken en verwerken van materialen, materialen, via het ontdekken van de mogelijkheden van de hulpmiddehulpmiddelen, gereedschappen gereedschappen en apparaten/machines, apparaten/machines, worden de leerlingen geconfronteerd met met de specificiteit specificiteit ervan. Het Het correct gebruiken, het onderhoudsaspect onderhoudsaspect en de zorg bij het het omgaan omgaan met met zijn eveneens van belang. – Tijdens Tijdens het ontwerpontwerp- en uitvoeringsproces uitvoeringsproces moeten moeten keuzes gemaakt gemaakt worden. Dit vraag vaardigheid, vaardigheid, kennis en inzicht. Vaardigheden, V aardigheden, kennis en inzichten inzichten worden worden in de loop van het schooljaar schoolj aar progressief opgebouwd opgebouwd in complexiteit complexiteit en moeilijkheidsgraad en worden. De keuzes worden regelmatig regelmatig in klasverband klasverband toegelicht. toegelicht. – Algemene en disciplinegebonden disciplinegebonden veiligheids-, hygiënische en milieuvoorschriften moeten worden nageleefd. Leerlingen worden hier system s ystematisch atisch mee geconfronteerd.
1.5. 1.5.4 4
Produc t- en pro cesevaluatie cesevaluatie
De leerlingen moeten zichzelf leren evalueren en de mogelijkheid krijgen om zichzelf bij te sturen. Dit geldt zowel voor het product product als voor het proces. In het begin worden eenduidige en heldere criteria aangereikt. aangereikt. Geleidelijk G eleidelijk aan leren de leerlingen zelf de criteria criteria bepalen. P roces- en productevaluat productevaluatie ie staan staan niet los van, maar maken maken deel uit van de pedagogisch-didactische aanpak.
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
11 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
2
Beginsituatie
In het basisonderwijs maakten maakten alle leerlingen kennis met technologische vorming. vorming. Ze hebben er een aantal materialen leren bewerken en verwerken tot bruikbare producten, ze leerden een aantal systemen herkennen en instrumenten instrumenten hanteren. Alle Alle leerlingen hebben ook via het vak Technologisc Technol ogische he opvoeding in het eerste leerjaar A kennisgemaakt met techniek en technologie. In het eerste leerjaar A kan men spreken van een min of meer meer homogene homogene groep. In In de basisoptie basis optie is dit niet m meer eer zo. Sommige leerlingen hebben via het keuzegedeelte keuzegedeelte in het eerste leerjaar A het vak Technologische Technologis che activiteiten gehad, anderen niet. Op het gebied van het cognitieve, het motorische en de leergierigheid kan men in de basisoptie basis optie een meer het heterogene erogene klasgroep klasgroep verwachten. Deze Deze heterogeniteit neemt neemt toe toe in de loop loop van hetschoolschool jaar jaar:: niet iet alle alle leer leerli lin ngen zijn zijn even even hand andig in het ontw ntwerp erpen en in het het hant antere eren van geree ereed dsch schapp appen bij hetbewer ewer-ken of verwerken verwerken van materialen; materialen; niet alle alle leerlingen leerlingen hebben evenveel inzicht. inzi cht. Omwille van de heterogeniteit van de groep is een meer geïndividualiseerde aanpak nodig. De meeste leerlingen: – hebben een zekere interesse voor ontwerp ontwerp en techniek en zijn bereid hierover hierover te reflecteren; – hebben nood aan duidelijke duidelijke doelen en pass passen en vrij vrij snel de de verworve verworven n inzichten, inzichten, kennis kennis en vaardigheden vaardigheden toe in nieuwe situaties; – kijken op naar hun lera(a)r(es lera(a)r(es)) wanneer wanneer hij/zij hij/zij met met hen op een eerlijke manier manier op weg gaat? Zij zijn zijn hem/haar niet zozeer dankbaar om wat hij/zij hen vertelt maar om wat hij/zij voor hen doet en is; – leren uit de reeds uitgeoefen uitgeoefende de activiteit activiteiten, en, maken maken zelf transfer transfer bij het het oplossen oplossen van van nieuwe nieuwe problemen problemen en kunnen problemen en oplossingen duiden. Een leerlinggerichte leerlinggerichte begelei begeleiding ding met ruimt ruimte e voor zelfontdekking, zelfontdekking, zelfbevestiging zelfbevestiging en het ontplooien ontplooien van creativiteit creativiteit is noodzakelijk.
12 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
3
Algemene doelst ellingen
3.1
Hoofddoelstelling
– –
3.2 3.2 – –
–
–
Eigen inzichten en mogelijkheden inzake het ontwerpen ontwerpen van producten producten ontdekken. ontdekken. Kennism Kennis maken met enkele uitvoeringsaspecten. uitvoeringsaspecten.
Afg eleide doelst elling en Het ruimtelijk waarnemingsvermogen en het ruimtelij ruimtelijk k voorstellings voorstellingsvermogen vermogen ontwikkelen. De eigen eigen mogelijkheden inzake het het ontwerpen ontwerpen van producten producten ontdekken. ontdekken. − De functie van het te realiseren product omschrijven. omschrijven. − P roductvarianten ontwerpen en de kenmerken ervan toelichten. toelichten. De eigen mogelijkheden inzake de uitvoering uitvoering ontdekken. ontdekken. − Kennismaken met met grafische techniek en technologie. − De werkingsprincipes van enkele mechanismen mechanismen in gereedschappen en apparaten/m apparaten/machines achines schem schemaatisch voorstellen en toelichten. − De veiligheids-, hygiënische en milieuvoorschriften naleven. Evaluatie van product en proces.
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
13 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
4
Algemene pedagogisc h-didacti sche wenken
4.1 4.1
Het Het leerplan en het opvo edingsp roj ect
E en school school wil haar leerli leerlingen ngen meer meer meegeven meegeven dan louter vakkennis. Haar Haar intentieverklaring intentieverklaring in dit verband is te vinden in het opvoedingsproject waarin waardenopvoeding en christelijke duiding zijn opgenomen. De vakleraar refereert hiernaar hiernaar wanneer de kans zich zich voordoet. Als (mede)drager (mede)drager van het christelijk opvoedingsproject opvoedingsproject is hij alert voor elke kans die het school- en klasgebeuren biedt om de diepere dimensie aan te reiken en te reflecteren over zins- en zijnsvragen.
4.2 4.2
De pro duct realisatie
4.2. 4.2.1 1
Ruimteli jk inzich t
Via Via het activeren van het het ruimtelijk ruimtelijk waarnemingsvermogen worden het ruimtelijk ruimtelijk inzicht inzicht en het ruimtelijk voorstelvoorstellingsvermogen lingsvermogen ontwikkeld. ontwikkeld. Schetsen S chetsen zijn zijn hierbij het aangewezen hulpmiddel. Schetsopdracht S chetsopdrachten en worden vanuit het tweedimen tweedimensionale sionale vlak, de driedimensionale driedimensionale ruimte ruimte en afgeleide projectieve voorstellingen benaderd.
4.2. 4.2.2 2
De groei van van de leerling is bepalend voor de aard, aard, kwanti teit en en moeili jkheid sgraad van de opdrachten
4.2.2. 4.2.2.1 1
Succeservaring via een een gediff erentieerde aanpak aanpak
Wanneer we de groei van de leerling leerli ng vooropstellen is een gedifferentieerde aanpak noodzakelijk. Men str s treeft eeft er er via de aard van de opdrachten naar: – de leerlingen op enthousias enthousiaste te wijze bij de opdrachten opdrachten te betrekken. betrekken. Men moedigt moedigt ze aan het het beste van zichzelf te geven en te ontdekken; – boeiende, in de tijd beperkte beperkte opdrachten opdrachten te geven; – in de opdrachten opdrachten elementen elementen te verwerken verwerken die aansluiten bij bij de leefwereld leefwereld van de leerlingen waardoor ze zichzelf via hun werk kunnen uitdrukken.
4.2.2.2
Kwantiteit
We bevelen kleine, korte opdrachten opdrachten aan. Zo verscheiden mogelijk op het gebied van onderwerp, ontwerp, ontwerp, gebruikte bruikte materialen, technieken en gereedschappen.
4.2.2.3
Moeilijkheidsgraad
Opdrachten bouwen verder verder op wat verworven verworven is. Een aantal elementen elementen die de keuze kunnen beïnvloeden beïnvloeden zijn: – tweetwee- versus versus driedimensionaal driedimensionaal en de complexiteit complexiteit van de vormgeving; vormgeving; – de mogelijkheid mogelijkheid om varianten te ontwerpen en uit te werken; – de mogelijkheid om zelfstandig oplossingen oplossingen te bedenken en te realiseren; – de gebruikte gebruikte technieken, technieken, gereedschappen en apparaten/m apparaten/machines. achines.
14 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
4.2. 4.2.3 3
De leraar leraar in de basisop tie Grafische comm unic atie en media
Van de leraar wordt engagement engagement naar de leerlingen toe, teamwerk teamwerk onder collega’s en bereidheid tot nascholing verwacht. Om leerlingengericht te handelen zal de leraar: – de leerlingen leren kennen kennen en aanvaarden en samen samen met hen op weg gaan; – haalbare en duidelijke doelen vooropstellen; – lesstrat lesstrategieën egieën ontwikkelen ontwikkelen die uitgaan uitgaan van de beginsituat beginsituatie ie en de groei van van de leerling; – de leerlingen kansen geven; – goede leermethodieken leermethodieken stimuleren; stimuleren; – tijdens de lessen lessen aanzetten aanzetten geven tot het zelfstand zelfstandig ig leren verwerken verwerken leerstof; – zorgen voor een aangepaste didactische uitrusting. uitrusting.
4.3
Evaluatie
4.3. 4.3.1 1
Evalueren Evalueren conf orm de visi e op onderw ijs
Evaluatie is niet alleen kennisgericht. Het ontwikkelen van leerstrategieën, van algemene en specifieke attitudes en de groei naar actief leren krijgen een centrale plaats in het leerproces. leerproces . Hierbij H ierbij neemt neemt de leraar naast v vakdesakdeskundige de rol op van mentor , die de leerling leerling kansen biedt en methodieken methodieken aanreikt om voorkennis te gebruiken, om nieuwe elementen te begrijpen en te integreren. E valuatie valuatie is een onderdeel van de leeractiviteit van leerlingen en vindt bijgevolg niet alleen plaats op het einde van een leerproces of op het einde van een onderwijsperiode. Evaluatie maakt integraal deel uit van het leerproces en is dus geen doel op zich. Evalueren is noodzakelijk om feedback te geven aan de leerling en de leraar. − Door rekening te houden met de vaststellingen gemaakt gemaakt tijdens de evaluatie kan de leerling zijn zijnleren optimaliseren . − De leraar kan uit evaluat evaluatiegegevens iegegevens informatie informatie halen halen voor bijsturing van zijn didactisch handelen handelen . Behalve het bijsturen bijsturen van het leerp leerproces roces en/of het onderwijsproces onderwijsproces is een evaluatie evaluatie ook noodzakelijk om andere andere toekomstgerichte beslissingen te ondersteunen zoals oriënteren en delibereren. Wanneer hierbij rekening leerli ng centr aal aal . gehouden wordt met de mogelijkheden van de leerling, dan staat ook hier de groei van de leerli E valuatie valuatie wordt zo een continu proces dat optimaal optimaal en motiverend verloopt in stress- en sanctiearme omstandigheden.
4.3.2 4.3.2
Hoe evalueren?
4.3.2.1 4.3.2.1
De leerli ng cent raal
Bij evaluatie staat steeds de groei van de leerling centr aal attitudes aal . De te verwerven kennis, vaardigheden en attitudes worden bepaald door de leerplandoelstellingen. Uit het voorgaande volgt dat de leraar zich bevraagt over de keuze van de evaluatievormen. Het gaat niet op dat men tijdens de leerfase het leerproces benadrukt, maar dat men finaal alleen het leerproduct evalueert. De literatuur noemt die samenhang tussen proces- en productevaluatie assessment . E en goede evaluatie moet moet gespreid zijn zijn in de tijd en moet voldoen aan criteria van doelmatigheid doelmatigheid en billijkheid. − Een doelmatig e evaluatie moet aan de volgende aspecten beantwoorden: validiteit, betrouwbaarbetrouwbaarheid en efficiëntie.
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
15 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
−
Men kan spreken van een billij ke evaluatie evaluatie indien er sprake is van objectiviteit, doorzichtigheid en normering .
Bij assess assessm ment nemen nemen de actoren van het evaluatieproces een andere plaats in. De meest gebruikte vormen zijn zelfevaluatie, co-evaluatie en peerevaluatie. Peerevaluatie Peerevaluatie (leerling -leerli -leerli ng) : − Bij peerevaluatie beoordelen de leerlingen elkaar. − Co-evaluatie Co-evaluatie of col laboratieve evaluatie (leerling-leraar) : Bij co-evaluatie creëert men een evaluerende dialoog tussen de leraar en de leerling(en). − Zelfevaluatie (leerling (leerling ) : Hierbij evalueert de leerling zichzelf.
4.3.2.2
Rapportering
Wanneer we willen ingrijpen op het leerproces leerproces is derapportering, de duiding en de toelicht ing van de evaluatie belangrijk. belangrijk. Indien I ndien men zich zich na een evaluatie enkel beperkt tot tot het meedelen van cijfers krijgt de leerling leerling weinig adequate feedback. In de rapportering kunnen de sterke en de zwakke punten van de leerling weergegeven worden. Eventuele adviezen voor het verdere leerproces kunnen ook aan bod komen.
4.3.3
Leerplanwerking
Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende voorliggende leerplan kunt u als leraar l eraar reageren en uw opmerkingen, opmerkingen, zowel pos positief itief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (
[email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1 te 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, stud s tudierichting, ierichting, graad, Licapnum Licapnumm mer. Langs diezelfde weg kan u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. Dit leerplan kwam ttot ot stand via de P edagogische werkgroep Grafische com c omm municatie unicatie en media van van het VVKS VVK SO.
16 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
5
Leerpl Leerpl andoelstelling en, leerinh leerinh ouden en didacti sche wenken
5.1 5.1
Het Het ruimt elijk waarnemingsvermogen waarnemingsvermogen en het ruimtelijk voorstellings vermogen ontw ikkelen ikkelen
De jongere LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
– – –
2 3 4 5
6
schetst in 2D eenvoudige grafische producten producten en elementen ervan. schetst schetst in 3D eenvoudige grafische grafische producten, aanzichten en elementen ervan. meet eenvoudige grafische grafische producten op en schetst en tekent deze op schaal. onderscheidt en werkt volgens de verschillende stappen voor het totstandkomen van een lay-out. ontwikkelt motoris motorische che vaardigheden vaardigheden eigen aan het schetsen en gebruikt deze als hulpmiddel tijdens de productrealisatie. schetst stileringen en ontvouwingen ontvouwingen van diverse ruimtelijke grafische producten.
–
–
–
– –
Weergave vanuit verschillende gezichtspunten. Verbeeldingsschetsen. Driedimensionaal: − natuurlijk natuurlijk perspectief; − isometrische isometrische voorstellingen. Tweedimensionaal: − aanzichten; − ontvouwingen van eenvoudige volumes. Schetsmethoden: − ideeschetsen; − ruwe schetsen; − presentatieschetsen. Ontwikkeling van de schetsmotoriek: schetsmotoriek: − grondvorm; − hoofdbewerking van de eerste orde; − bijkomende bewerkingen van de tweede en derde orde. Schetsen van grafische stileringen; OpmetingsOpmetings- en schaalschetsen. schaalschetsen.
DIDACTISCHE WENKEN
– – – – – – – –
Het schetsen schetsen wordt wordt zoveel mogelijk mogelijk gekaderd gekaderd in functie functie van het te realiseren grafisch product. product. Toon en bespreek tweetwee- en driedimensionale driedimensionale voorstellingen voorstellingen van concrete grafische producten producten.. Gebruik millimeterpapier illimeterpapier en isometrisch isometrisch schetspapier. Verbeeldingsschetsen Verbeeldingsschetsen kunnen best aan bod komen komen bij het realiseren van van varianten. varianten. Hou rekening met wat reeds in Technologische Technologische opvoeding aan bod bod kwam kwam tijdens het eerste leerjaar. Geeft richtlijnen richtlijnen hoe men met potlood opmeet. Lettermateriaal, Lettermateriaal, verpakkingsdrukwerk verpakkingsdrukwerk,, logo’s (twee- en driedimensionaal), driedimensionaal), displays, lay-outs lay-outs gebruiken. Laat de leerlingen naar de natuur natuur schetsen als basis voor voor verdere stilering.
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
17 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
5.2 5.2
De eigen mogeli jkheden inzake het ontw erpen van prod ucten ontd ekken
5.2. 5.2.1 1
De func tie van het te realiseren grafis ch pro duct omschr ijv en
De jongere LEERPLANDOELSTELLINGEN
7
LEERINHOUDEN
omschrijft de functie functie van van het te realiseren grafisch grafisch – product.
Functieomschrijving unctieomschrijving van enkele eenvoudige grafische producten: producten: − informatief; − publicitair; − decoratief; − vouwvorm; − verpakking; − uitkapvorm; − …
DIDACTISCHE WENKEN
– –
Kader Kader elke realisatie functioneel functioneel zodat naast vaardigheden ook inzichten verworven verworven worden. Klass Klassikaal ikaal een drukwerkverzam drukwerkverzameling eling aanleggen en catalogeren. P er product een aantal specifieke eigenschappen verwoorden. verwoorden.
5.2. 5.2.2 2
Produc tvarianten ontw erpen en de kenmerken ervan toelic hten
De jongere LEERPLANDOELSTELLINGEN
8 9
LEERINHOUDEN
ontwikkelt productvarianten en licht licht de kenmerken – ervan toe. schat schat bij het ontwikkelen van productvarianten de moeilijkheidsgraad van de uitvoering in en licht dit toe.
10 meet, tekent tekent en verdeelt verdeelt met met de vereiste vereiste nauwkeu- – righeid bij de realisatie van een grafisch product. 11 construeert lijnstukken, loodlijnen, hoeken en evenwijdigen bij de realisatie van een grafisch grafisc h product. 12 maakt nettekeningen van isomet isometris rische che voors voorstellintellingen, aanzichten aanzichten en ontvouwingen. ontvouwingen. – 13 construeert positieve/negatieve positieve/negatieve en leesbare/onleesbare grafische nettekeningen. nettekeningen. 14 verkleint verkleint en vergroot vergroot eenvoudige grafische grafische elementen volgens de diagonaal- en de procentuele methode. 15 ervaart en ontdekt ontdekt de basisprincipes van de grafi- –
18 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Aandachtspunten bij het ontwikkelen ontwikkelen van productvarianten: − materiaalkeuze; − functionele vormgeving; − esthetische vormgeving; − opgelegde beperkingen; − criteria voor evaluatie; − uitvoeringstechniek. Meetkundig tekenen: tekenen: − lijnstukken; − lijnstukken onder een bepaalde hoek; − lijnstukken loodrecht op elkaar; − evenwijdige lijnstukken lijnstukken;; − lijnstukken verdelen. Nettekenen: − begrippenkader; − isometrische isometrische voorstellingen; − aanzichten en ontvouwingen; − positief en negatief; negatief; − leesbaar en onleesbaar. Schalen:
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
sche productvormgeving. –
–
− diagonaalmethode; − procentuele methode. Normalisatie: − lijndikte; − maataanduiding. Basisprincipes Basisprincipes productvorm productvormgeving: geving: − ontwerp, voorbereiding en uitvoering; − basiselementen: − letter: kapitaal en onderkast, groot en klein (corps), schreefloos en geschreefd; − kleurvlakken en lijnen; − illustraties en fotografische afbeeldingen; − schikking en en evenwicht: − symmetrie symmetrie en asymmetrie; asymmetrie; − afdrukkend en niet-afdrukkend; − evenwicht tussen tekst, kleur en illustratie/fotografische stratie/fotografische afbeeldingen.
DIDACTISCHE WENKEN
– – – – – – – – –
Leg limieten limieten op bij het ontwerpen ontwerpen van varianten: varianten: grootte, grootte, beschikbaar materiaal, materiaal, uitvoeringsbeperkingen uitvoeringsbeperkingen,, afwerkingsmogelijkheden, afwerkingsmogelijkheden, … Van eenzelfde product steeds versc verschillende hillende varianten varianten laten ontwerpen op basis van vooropgestelde criteria. Gebruik volgende volgende kleuren bij het geven van maten: maten: horizontale horizontale maten: maten: groen; verticale verticale maten: maten: rood. Laat leerlingen tekenen tekenen in lijndikte 0,25 en 0,5. Meetkundig tekenen, tekenen, netteken nettekenen en en schalen wordt best aangebracht aangebracht via de constructie constructie van letters letters en/of onderdelen en eenvoudige verpakkingen. verpakkingen. Het tekenen tekenen van positieven/negatieven positieven/negatieven en leesbaar/onleesbaar leesbaar/onleesbaar in verband brengen met druktechnologie. druktechnologie. Bij het schalen het verband leggen met met de display display van het fotokopieerapparaat fotokopieerapparaat.. De basisprincipes van productvorm productvormgeving geving schetsmatig schetsmatig aan bod laten komen komen tijdens tijdens het onderzoeken van van verschillende varianten. varianten. Fotokopieerapparaat otokopieerapparaat gebruiken.
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
19 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
5.3 5.3
De eigen mogeli jkheden inzake de uit voerin g ontd ekken
5.3. 5.3.1 1
Kennis maken met grafis che techniek en technol ogi e
De jongere LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
16 maakt eenvoudige tekstelementen op. – 17 maakt gebruik van het fotokopieerapparaat fotokopieerapparaat als bijontwerp en bedient dit correct. 18 monteert monteert op correcte correcte wijze wijze op papier. 19 maakt drukwerkjes drukwerkjes in de verschillende basistech- – nieken in meerdere meerdere kleuren. 20 maakt kennis met met enkele afwerkingstechnieken. afwerkingstechnieken. 21 licht licht het gebruik van de hulpmiddelen, hulpmiddelen, gereedgereedschappen en apparaten/machines toe en onder- – houdt ze met zorg. 22 door material materialen en te bewerken en te verwerken de kenmerken ontdekken en deze toelichten.
–
–
–
Tekstopmaak: − toepassingen met letters en woorden; − opslaan en ophalen van een bestand; − afdruk maken via printer. Reproductietechniek: − kopieerapparaat: − bediening; − ware grootte, vergroten en verkleinen. Montagetechniek: − snijden en knippen; − kleven; − meten; − hulpmiddelen zoals: − kleefstift, schaar, rubbercement, snijmes, lat; − millimeterpapier, millimeterfolie. Druktechniek: − hoogdruk zoals stempeltechniek, afwrijftechniek, materiaaldruk, legpuzzeldruk, linosnede; − vlakdruk zoals offset, papiermarm papiermarmeren; eren; − doordruk zoals sjabloondruk, gombatic, fotogram, zeefdruk; − diepdruk zoals droge naald. Afwerkingstechniek: − vouwen: wikkel-, zigzag- en parallelvouw; − manueel op formaat snijden. drukinkt en materiaal: − materialen zoals Oost-Indische inkt, plakkaat- en waterverf, potloden, papier- en kartonsoorten, stempelmateriaal, stempelmateriaal, afwrijfmat afwrijfmaterierialen, linoleum, zinken plaatjes, diverse inktrollers, schoonmaakmiddelen en -producten; − drukinkt: − dekkende en transparante inkten; − kleurkracht, hechtend vermogen en droogtijd.
DIDACTISCHE WENKEN
– – –
Tekstopm Tekstopmaak integreren integreren in de realisaties. Het multipliceren multipliceren van een montage montage via het het fotokopieerapparaat fotokopieerapparaat kan ook een eindproduct eindproduct zijn. Bij het monteren aandacht schenken aan juistheid en netheid.
20 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
–
–
Mogelijkheden met druktechniek: druktechniek: − verschillende materialen laten bewerken en verwerken tot zelfgemaakte stempels; − afwrijfvormen laten maken met lettermateriaal, gewapend plastic, … − allerlei gevonden materialen materialen en voorwerpen van verschillende hardheid laten gebruiken als drukvorm en verwerken met de proefpers; − meerkleurendruk in één drukgang laten realiseren via zelfgemaakte drukvormen bestaande uit verschillende stukken karton; karton; − ervaring laten opdoen met positieve en negatieve beeldvorming via zelfgemaakte eenvoudige sjablonen; − drukvormen laten ininkten en via een tweede schone schone rol het beeld laten overbrengen op het te bedrukken materiaal materiaal (positief-positief (pos itief-positief overdracht via een tussenrol); − toepassingen op basis van water en vet die mekaar afstoten; − via het krassen met een hardstalen naald in een koperen of zinken plaatje een drukvorm en afdruk maken. − leerlingen laten werken met dekkende en met transparante inkten zodat ze het verschil ervaren. Maak maxim maximaal aal gebruik gebruik van non-toxic materialen. Geen toepassingen met zuren geven. geven.
5.3. 5.3.2 2
De werkin gspr inci pes van enkele mechanismen in gereedschappen gereedschappen en apparaten/ma raten/machines chines schematisch schematisch voorstellen en toelichten
De jongere LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
23 herkent enkele eenvoudige mechanismen mechanismen toege- – past in gereedschappen en apparaten/machines, stelt het werkingsprincipe schematisch voor en verwoordt het. –
–
Beweging: − rechtlijnig; − cirkelvormig. Overbrengingen: − rechtlijnig naar rechtlijnig; − rechtlijnig naar cirkelvormig; cirkelvormig; − cirkelvormig naar cirkelvormig. Mechanismen: − ketting-kettingwiel; − tandwiel-tandwiel: − tandwiel-tandlat; − nok-nokstang; − schroef-moer; − kruk-drijfstang; − persluchtcilinders en ventielen.
DIDACTISCHE WENKEN
– – –
Onderbouwen met schematische schematische voorstellingen van de principes. Ook aandacht schenken aan wijzigingen van draairichting (bv. proefpers). Ook aandacht schenken aan het versnellen en vertragen vertragen door wijziging diameter diameter (bv. proefpers).
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
21 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
5.3. 5.3.3 3
De veilig heids-, hygi ënische en mil ieuvoor schr ift en naleven
De jongere LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
24 volgt de gebods- en verbodstekens in het atelier op. – 25 leeft het werkplaats-/klas werkplaats- /klasreglement reglement na. 26 leeft leeft de richtlijnen richtlijnen inzake persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve beschermingsmaatregelen na. – 27 sorteert en verwijdert verwijdert afval afval volgens afspraak. – 28 gaat veilig om met gereedschappen gereedschappen en apparaten/machines.
Veiligheidsvoorschriften: − gebods- en verbodtekens; − werkplaatsreglement; − beschermkledij. Hygiënische voorschriften. Milieuvoorschriften.
DIDACTISCHE WENKEN
– – –
Het aspect veiligheid, milieu milieu en hygiëne moet als een rode draad aanwezig zijn bij bij alle activiteit activiteiten. en. Een duidelijk duidelijk en eenvoudig werkplaatsreglement werkplaatsreglement is aanwezig en men verwijst er regelmatig regelmatig naar. Laat steeds met de nodige nodige zorg restafval verwijderen en deponeren deponeren op de daartoe daartoe bestemde bestemde plaats. plaats.
22 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
5.4 5.4
Evaluatie van prod uct en proc es
De jongere LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
29 stelt te te evalueren aspecten aspecten (proces en product) product) op – voor een eigen realisatie en verwoordt deze. 30 de te te evalueren product- en proceselement proceselementen en vergelijken met zelf opgestelde criteria, de afwijkingen vaststellen en deze verwoorden. 31 verwoordt de opgedane ervaringen ervaringen en licht licht zijn zijn – verdere studiekeuze toe.
Evaluatieformulier: − opstellen van te evalueren product- en procescriteria; − evalueren van product en proces proces op basis van de opgestelde criteria. Studiekeuze.
DIDACTISCHE WENKEN
– – –
Het is van van belang belang dat leerlingen inzicht krijgen in een evaluatiesysteem dat de gekozen gekozen evaluatievorm evaluatievormen en ondersteunt en dat zelfevaluatie vorm krijgt en geleidelijk een attitude wordt. Zorg voor bevestiging bevestiging van van het eigen kunnen en wijs wijs op fouten om te komen tot remediëren. Schenk ook aandacht aan het evalueren van attitudes attitudes zoals zoals inzet, zorg, discipline, discipline, bekomm bekommernis omzichzelf zichzelf en de anderen, ….
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
23 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
6 – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Minim ale materiële vereisten vereis ten Schetsboek Wastafel Tekentafel en/of werktafel werktafel Ruime uime werktafel werktafel voor druktoepassi druktoepassingen ngen Lichttafel Toegang tot fotokopieerapparaat fotokopieerapparaat Minimaal 1 computer computer per 10 leerlingen Zwart-wit Zwart-wit printer (inkjet of laser) Software: oftware: tekstopm tekstopmaak Proefpers Transparant Transparante e en dekkende inkten Inktrollers en verwrijfplaatjes verwrijfplaatjes Vodden en wasmiddelen wasmiddelen Materiaal voor voor toepassi toepassingen ngen in hoogdruk, hoogdruk, diepdruk, vlakdruk en hoogdruk hoogdruk (technieken zijn keuze van van de de school) P apier- en kartonsoort kartonsoorten en Lay-outpapier Schetschets- en tekenp tekenpapier apier Millimeterpapier Folie. Teken-, schilder-, snij-, snij-, kleef- en meetm meetmaterialen en -gereedschappen Snijmat
24 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
7 – – –
Bibliografie BAZEN, T., Vormen van letters, Nijgh Grafiboek, Rijswijk, 187 blz., 1994. BOLDER, T., KL INKENBERG, J., VA N KRIMPEN, H., MIJKSENAAR, P., OOSTERHO OOSTERHOORN, ORN, B., RUYTER, K., WESTERVELD, W., Vormen van letters, Nijgh Grafiboek, Rijswijk, 187 blz., 1994. BUDDENMEIJER, M., VAN DE ENG, H., SUK, S., Grafische G rafische technieken, technieken, Sticht S tichting ing Teleac, Utrecht, Utrecht, 364 blz., blz.,
1985.
Basisoptie Grafische Grafische communicatie communicatie en media
25 D/2006/0279/043 D/2006/0279/043