Technisch tekenen
Week 1: Basis van het tekenen
• Doel van de tekening • Methoden van tekenen en verwerking door productieafdeling • Normalisatie • Lijntypen en gebruik ervan • Projectiemethoden • Voorbeelden van tekeningen
1.0.1
Onderwerpen in deze les
1
Technisch tekenen
1.1 Doel van de tekening
• • • • •
Een beschrijving van een te maken onderdeel Een beschrijving van de montage Archivering voor toekomstige referentie Bibliotheekfunctie voor onderdelenverzameling Een juridisch document in geval van geschil
1.1.1
Doel van de tekening
2
Technisch tekenen
1.2 Methoden van tekenen en verwerking door productieafdeling
• • • •
Handmatig (tekenbord, schets) AutoCAD of ander 2D-tekenpakket 3D lijntekenpakket Solid Modelling met 2D-verwerking achteraf
1.2.1
Methoden van tekenen
3
Het product wordt volledig handmatig verwerkt door een mens die al dan niet gebruik maakt van bewerkingsmachines. De tekening moet volledig bemaat zijn en eventueel voorzien van opmerkingen om dit mogelijk te maken. Contouren hoeven niet exact te zijn getekend (niet op schaal), omdat de bewerker alleen van maatgegevens op de tekening uit mag gaan en niets uit de tekening mag opmeten. 1.2.2
Klassieke productiemethoden
Het product wordt volledig automatisch verwerkt door een machine. De machine gaat uit van contourbeschrijvingen in de tekening. Deze contourbeschrijvingen moeten exact zijn en bij voorkeur in een aparte laag worden ondergebracht. Aanwijzingen m.b.t. tolerantie en ruwheid moeten eventueel handmatig in de machine worden ingevoerd. Deze methode kan nog zelden worden toegepast. 1.2.3
Automatische productiemethoden
4
Delen van het product worden automatisch geproduceerd. Dit kunnen complete onderdelen zijn of het ruwwerk van handmatig na te bewerken onderdelen.
1.2.4 gedeeltelijk automatische productiemethoden
Draaien en frezen (numeriek) Lasersnijden en vlamsnijden (numeriek) Zagen van profielen (op lengte) Stempels voor extrusieprofielen Verloren was gieten (Cire Perdue) Meervoudig gekromde vlakken
1.2.5
Voorbeelden van automatische productie
5
1.2.6
Draaien, frezen en snijden
De stempel kan met een numerieke freesbank makkelijk worden gemaakt, waarna profielen van willekeurige lengte worden gemaakt.
1.2.7
Extrusie van profielen
6
Bij een complexe constructie, waarbij de constructie bestaat uit veel profielen van hetzelfde soort, kan eenvoudig een lijst van zaaggegevens gemaakt worden.
1.2.8
Zagen van profielen op lengte
Bij een moderne vorm van verloren was, wordt een Solid Modelling tekening direct in verloren was uitgeprint op een 3D-printer.
1.2.9
Verloren was
7
Een 3D-printer bouwt een product op uit lagen, op een vergelijkbare manier dat bovenstaand product is opgebouwd. Hier zijn een aantal deelproducten gefreesd uit platen MDF en vervolgens op elkaar gelijmd. Ieder deelproduct moet lossend zijn, maar het totaal hoeft dat niet.
1.2.10
Verloren was
Een 3D-printer maakt het mogelijk om producten te vervaardigen die normaal niet mogelijk zijn i.v.m. lossing van het model of bereikbaarheid met de beitel. 1.2.11
Verloren was
8
Om het wasmodel dat uit de printer komt, wordt een deklaag en een aantal lagen zand gespoten, totdat er een redelijk compacte en vormvaste massa ontstaat. Daarna wordt de was met stoom uit de vorm verwijderd.
1.2.12
Verloren was
De producten worden verkregen door het materiaal (metaal) in de vorm te gieten (vorm eerst voorverwarmen). Na afkoelen wordt het zand verwijderd en is het gietstuk klaar. In de meeste gevallen worden meerdere gietstukken tegelijk gegoten in één vorm om materiaal en tijd te besparen. Naast de producten vind je ook gietkanalen die later verwijderd moeten worden (zagen en slijpen). 1.2.13
Verloren was
9
1.2.14
Verloren was
Gekromde vlakken die geen deel van een cirkel of ellips zijn, zijn in 2D niet of moeilijk te tekenen. Je moet dan terugvallen op cirkel-, ellipsdelen of splines omdat deze in AutoCAD makkelijk zijn te genereren Met Solid Modelling is dat probleem voor een groot deel opgeheven en via Rapid Prototyping (via een variant op 3D-printtechniek) kunnen deze producten redelijk eenvoudig gemaakt worden.
1.2.15
Gekromde vlakken
10
Een technische tekening kunnen we op twee manieren afdrukken/tekenen: Monosysteem
Alle onderdelen (en de samenstelling) op een eigen vel.
Combinatietekening
Alle onderdelen en de samenstelling zoveel nogelijk op één vel.
Voordeel combinatietekening boven monysysteem: Aanzichten zijn makkelijk over te nemen via het tekenbord. Onderdelen staan bij elkaar, daardoor minder kans op vergissingen. Het voornaamste nadeel is het grote papierformaat dat nodig is. In een werkplaats wordt een formaat groter dan A3 niet echt op prijs gesteld.
1.2.16
Uitvoeringsvormen van tekeningen
1.2.17
Papierformaten
11
Bij een isometrische projectie worden de drie assen onder een hoek van 120º ten opzichte van elkaar getekend en is de schaal van de assen in iedere richting gelijk. In AutoCAD is een dergelijke tekening makkelijk te maken door een grid in te stellen en dan “Isometric Snap” aan te zetten. Een isometrische tekening in AutoCAD is GEEN 3D-tekening.
1.2.18
Isometrische projectie
1.2.19
Indeling van een samenstellingstekening
12
1.2.20
Incorrect ingedeelde tekening
1.2.21
Correct ingedeelde tekening
13
Technisch tekenen
1.3 Normalisatie
Normalisatie heeft tot doel de afspraken over de tekenwijze vast te leggen, zodat geen misverstand ontstaat over de gebruikte terminologie en tekenmethode. Binnen de Europese Unie/Nederland onderscheiden we de volgende normsoorten: NEN NEN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN ISO
1.3.1
Alleen Nederland Een ISO-norm, vertaald voor het nederlands taalgebied Een ISO-norm die overgenomen is als europese norm. Europese norm zonder ISO-variant. De bronnorm van het ISO
Soorten normgroepen
14
Normen worden beheerd door normalisatiecommissies. Dit is een commissie die samengesteld is uit vrijwilligers uit verschillende geledingen van de industrie, overheid en onderwijs. De commissie bepaalt de inhoud van de norm en zorgt dat deze aan de stand van de techniek wordt aangepast. Leden uit nederlandse normcommissies hebben ook stemrecht voor de ISO-normen, waarvan de onder hun vallende lokale normen zijn afgeleid.
1.3.2
Beheer van van normen
Normen hebben elk een eigen nummer, maar nummers kunnen wel gelijk zijn tussen NEN-ISO en NEN-normen. Een NEN-ISO norm heeft een ISO norm met een gelijk nummer, maar een NEN-norm kan een gelijk nummer hebben als een ISO-norm, terwijl het niet dezelfde norm betreft. Voorbeeld: NEN 1302 NEN-EN 1302 ISO 1302 NEN-ISO 1302 NEN-EN-ISO 1302
1.3.3
Dikte van spiegelglas Drinkwater Technical drawings: Surface texture GPS: Oppervlaktegesteldheid GPS: Oppervlaktegesteldheid
Normnummers
15
Documentnummer NEN-EN-ISO 1302:2002 en Mutatiecode Onveranderd Titel (nl) Geometrische productspecificatie (GPS) - Aanduiding van oppervlaktegesteldheid in technische productdocu mentatie Title (en) Geometrical Product Specification (GPS) - Indication of surface texture in technical product documentation Publicatiedatum 2002-03-01 Pagina's 46 Prijs excl. BTW EUR 100.45 Vervangt NEN-EN-ISO 1302:1999 Ontw. Internationale relatie ISO 1302:2002,IDT * EN ISO 1302:2002,IDT Verwijzingen NEN 2058:1989 * ISO 1456:1988 * NEN -EN-ISO 3274:1997 * ISO/IEC 11714-1:1996 * NEN -ISO 4287:1998 * NEN-EN-ISO 4288:1998 * NEN -EN-ISO 8785:1999 * NEN -ISO 1101:1987 * NEN -ISO 10135:1995 * ISO 10209-1:1992 * NEN -EN-ISO 11562:1998 * NEN -EN-ISO 12085:1998 * NEN -EN-ISO 13565-1:1998 * NEN -EN-ISO 13565-2:1998 * NEN -EN-ISO 13565-3:2000 * NEN -EN-ISO 14253-1:1998 * NEN -EN-ISO 14660-1 ICS 01.100.20*17.040.20 Taal en Commissienummer 341091 …….
1.3.4
Catalogusvoorbeeld
1.3.5
Normgebruik binnen een tekening
16
Technisch tekenen
1.4 Projecties Boek: Hoofdstuk 3: P23 t/m 26
lijn evenwijdig aan projectievlak
1.4.1
Projectie van een lijn op een vlak
17
lijn niet evenwijdig aan projectievlak
1.4.2
Projectie van een lijn op een vlak
lijn loodrecht op het projectievlak
1.4.3
Projectie van een lijn op een vlak
18
Voorwerp wordt in een glazen kubus gedacht en de aanzichten worden op de buitenwanden getekend, zoals we het aanzicht van buiten de kubus zien.
1.4.4
Amerikaanse Projectie (basis)
1.4.5
Amerikaanse Projectie
19
1.4.6
Amerikaanse Projectie
Voorwerp wordt in de “hand” gehouden voor een muur en we tekenen de aanzichten op de muur ACHTER het voorwerp.
1.4.7
Europese Projectie
20
Beide projectiemethoden komen in de praktijk voor, maar de Amerikaanse het meest. Het is belangrijk om in de rechteronderhoek van de tekening te kijken naar de gebruikte projectie om misverstanden te voorkomen.
Bovenstaande rechteronderhoek geeft de Amerikaanse Projectiemethode aan
1.4.8
Amerikaanse/Europese Projectie
Van naaststaand voorwerp willen we drie aanzichten tekenen. het onderdeel is gemaakt uit een blok van 100x100x150 mm. We willen drie aanzichten tekenen: • bovenaanzicht • vooraanzicht • rechter zijaanzicht
1.4.9
Uitvoering van een projectie
21
1.4.10
Teken van deze figuur alle aanzichten
1.4.11
Uitwerking
22
1.4.12 Teken deze figuur in een aantal aanzichten
We gaan eerst alle bekende gegevens uit de driedimensionale tekening (of het model) in de aanzichten plaatsen. het gaat in dit geval hoofdzakelijk om de vertikale en horizontale bemaatte lijnen, maar het kunnen ook andere bepaalde lijnen zijn.
1.4.13
Uitvoering van een projectie
23
Vervolgens plaatsen we alle schuine lijnen uit het model op de overeenkomstige hoekpunten van het gemaakte ruwontwerp. We leggen hiermee de onbepaalde lijnen door middel van bepaalde (bemaatte) lijnen vast.
1.4.14
Uitvoering van een projectie
De 2D-aanzichten zijn echter nog niet compleet. Het is altijd nog mogelijk om een ander figuur bij deze drie aanzichten te bedenken. De lijnen die hier het verschil maken zijn verborgen achter de voorlijnen van de aanzichten.
1.4.15
Uitvoering van een projectie
24
Indien mogelijk en nodig kunnen we lijnen die niet zichtbaar zijn, weergeven door middel van stippellijnen. Stippellijnen gebruiken we als ze de tekening duidelijker maken en we er een aanzicht mee kunnen besparen.
1.4.16
Uitvoering van een projectie
Met ons oorspronkelijke figuur kan het gebruik van stippellijnen niet, omdat de verborgen lijnen strak achter zichtbare lijnen liggen. We moeten hier dus een extra aanzicht gebruiken. We zouden wel kunnen afzien van het rechterzijaanzicht.
1.4.17
Uitvoering van een projectie
25
1.2.18
Isometrische leidingtekening
Technisch tekenen
1.5 Lijntypen en gebruik ervan
26
1.5.1
Verschillende lijntypen
Een lijn heeft een dikte en een vorm. We onderscheiden twee lijndikten: 1. Een dikke lijn 2. Een dunne lijn (dunne lijn = ½.dikte dikke lijn Een set lijnen heet een lijngroep en is genoemd naar de dikte van de dikke lijn. We kiezen de lijngroep aan de hand van de toepassing In de werktuigbouwkunde is dit meestal lijngroep 0.5
1.5.2
Opbouw van lijntypen
27
Doorgetrokken lijn streeplijn (stippellijn) streep stip-lijn streep stip stip-lijn
alle contouren en “virtuele” contouren. verborgen lijnen (Lijnen die niet zichtbaar zijn in een bepaald aanzicht). hartlijnen Aanduiding van een onderdeel dat op deze tekening niet voorkomt, maar elders is getekend.
1.5.3
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
Enkele lijnvormen
Dik Ononderbroken Continuous
Alle lijnen die een bestaande vormverandering weergeven. (buitenomtrekken, gaten, ruggen)
1.5.4
Contourlijnen
28
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
Dun Regelmatig onderbroken Hidden
Alle lijnen die niet vanuit het vlak van aanzicht te zien zijn
1.5.5
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
Verborgen lijnen
Dun Streep stip ACAD_ISO10W100
Lijnen die een symmetrie aangeven en steekcirkel
1.5.6
Hartlijnen en steekcirkels
29
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
Dun Streep stip ACAD_ISO10W100
1.5.7
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
1.5.8
Hartlijnen in leidingsysteem
Dun Streep stip ACAD_ISO10W100
Baan van de hefboom
30
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
Dun Streep stip stip ACAD_ISO05W100
1.5.9
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
1.5.10
Virtuele delen
Dun Ononderbroken Continuous
Arceringen
31
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
Dun Ononderbroken Continuous
1.5.11
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
1.5.12
Maatlijnen
Dun Ononderbroken Continuous
Virtuele overgangen
32
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
Dik Streep stip Acad_ISO10W100
1.5.13
Lijndikte: Lijntype: Acadnaam:
1.5.14
Doorsnede-aanduidingen
Dik Streep stip Acad_ISO10W100
Oppervlaktebewerking
33
34