Beeldtaal Deel 1 : Hoofdstuk 1 t/m 11 Ook verkrijgbaar: Deel 2 : Hoofdstuk 12 t/m 16
Bronvermelding Titel : Druk : Auteur : Uitgever : ISBN (boek) :
Beeldtaal 1 W. Koetsenruijter, J. van den Broek, J. de Jong en L. Smit Boom Lemma uitgevers 9789047301158
Aantal hoofdstukken (boek) : Aantal pagina’s (boek) :
16 304
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende studie studieboe boekk te kopen kopen en dit uittre uittrekse ksell als naslag naslagwer werkk erbij erbij te houden houden.. In dit uittre uittrekse ksell staan staan divers diversee verwij verwijzin zingen gen naar naar het studie studieboe boekk op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt. Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V B.V.. Copyright © 2012 StudentsOnly B.V. B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kun je je per email wenden tot
[email protected].
[email protected].
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Inleiding. Een boek over kijken
3
Hoofdstuk 2
Visuele geletterdheid. Kennis van beeld maakt beeldwijs
5
Hoofdstuk 3
Waarom beeldtaal? De functies van beeld
6
Hoofdstuk 4
Gestalt. Gestalt-2.0 helpt maker én gebruiker
8
Hoofdstuk 5
Semiotiek. De betekenis van wat we zien
10
Hoofdstuk 6
Retorica. Beelden die overtuigen
12
Hoofdstuk 7
Compositie. Compositie is ordening en hiërarchie
14
Hoofdstuk 8
Typografie. Alle letters hebben hun eigen karakter
16
Hoofdstuk 9
De derde dimensie. Licht op perspectie
18
Hoofdstuk 10
Kleur. Zonder kleur geen smaak
19
Hoofdstuk 11
Fotografie. Foto’s in beeld
21
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
Hoofds Hoofdstuk tuk 1
Inleid Inleiding ing.. Een boek boek over over kijken kijken
1.1 Wat dit boek wel is beelden kijken veranderen. Het uitgangspunt is dat Dit boek wil de manier waarop mensen mensen naar beelden vanaf nu goed geredeneerd kan worden waarom voor een bepaalde grasche vormgeving gekozen wordt, bijvoorbeeld bepaalde kleuren, vormen en composities. 1.3 Wat bedoelen we met beeld? Wat houd houdtt het begr begrip ip ‘beel ‘beeld’ d’ eigen eigenli lijk jk in? in? Beeld Beeld word wordtt in het boek boek als volg volgtt omsc omschr hrev even en:: het het omva omvatt alle communicatieve middelen die als doel hebben een communicatief-retorische werking te hebben. hebben. Het gaat hier om tweedimensionale media, niet primair tekst, die een boodschap over proberen te brengen. 1.4 Niet primair tekst In de denitie van beeld komt de omschrijving ‘niet primair tekst’ voor. Beeldtaal let vooral op de grasche vormgeving van beelden en zal zich dus niet richten op ‘primaire teksten’ zoals verbale taal, zowel geschreven als gesproken. Tekst moet bij beelden dus een ondersteunende functie hebben. Voor een voorbeeld, zie: hfst. 1; p. 14-15; Beeldtaal; J. van den Broek.
Het grijze gebied tussen beeld en tekst is erg groot: groot: een diagram diagram of graek bevat beeld én tekst. Beelden komen vaak tot ons in de media: afbeeldingen of foto's op websites, billboards, televisie, in kranten en tijdschriften. Beelden worden dus uitgezonden via een tweedimensionaal medium, bijvoorbeeld via beeldschermen of papier. 1.5 Een vorm geven: 2D en 3D Vormen zijn op twee manieren te omschrijven: ze kunnen een compleet beeld vormen ( bestaande samengestelde vormen), maar ze kunnen ook een onderdeel zijn van een beeld. Het ligt er hierbij aan hoe de vormen worden vormgegeven en tot ons komen in de tweedimensionale media. Door de toevoeging van lichtinval, spiegeling en schaduwen kunnen 2D-beelden tot 3D-beelden worden omgevormd. Biedermann (1987) onderscheidde 36 verschillende geonen (3D-vormen), zoals bijvoorbeeld een piramide, bol, cilinder, cili nder, kegel et cetera. cet era. Geonen kunnen altijd aangepast worden en worden daarom veelvuldig gebruikt door game-ontwikkelaars. Het toekennen van kleur, tint, glans of structuur (digitaal vormgeven) aan geonen wordt geon rendering genoemd. 1.6 De kracht van beeld met tekst Zoals in voorgaande paragrafen is geopperd, bestaan beelden niet alleen uit beeld. Vaak hebben beelden namelijk tekst nodig om het een en ander te verklaren. Daarom kan visuele communicatie het best als volgt omschreven worden: Visuele Visuele communicatie communicatie is de integratie van beelden beelden en beeldelemente beeldelementen n en woorden tot één communicatie-eenheid (Horn 1999, zie: hfst. 1; p. 18; Beeldtaal; J. van den Broek). Tekst bij beelden kent twee soorten beïnvloeding: positieve beïnvloeding (beeldverklarend of -ondersteunend) en negatieve beïnvloeding (parodieën).
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
3
1.7 Communicatief-retorisch Het doel van (visuele) communicatie is het overbrengen en overtuigen van mensen van het doel van het beeld. Dit wordt ook wel de communicatief-retorische functie genoemd. De hoofdvraag hierbij hierbij is of de gebruikers gebruikers (kijkers) (kijkers) het beeld begrijpen begrijpen en daar zelf een betekenis betekenis aan hangen. hangen. 1.8 Drie theoretische ‘scholen’ Beelden zijn door drie scholen te verklaren: • Semiotiek (begrijpen). (begrijpen). Stelt dat de communicatie begrepen wordt. • Retorica (overtuigd worden). Stelt dat de visuele communicatie overtuigend is. • Gestalttheorie (zien). Licht de waarneming van visuele communicatie toe.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
4
Hoof Hoofds dstu tuk k2
Visu Visuel ele e gele gelett tter erdh dhei eid. d. Kenn Kennis is van van beel beeld d maak maaktt beel beeldw dwij ijs s
2.1 Denities genoeg geletterdheid. Kort Er zijn zijn vele vele versc verschi hill llen ende de den denit ities ies van van visuele geletterdheid Kort gezeg gezegd d is visu visuele ele gelet geletter terdh dhei eid d de vaardigheid in het kijken naar en ontleden van beelden. Het boek noemt zes verschillende deni denitie ties, s, dus dus het blijk blijktt dat visue visuele le gelett geletterd erdhei heid d veel veel elemen elementen ten bevat. bevat. Concl Conclud udere erend nd omvat omvat visue visuele le gelett geletterd erdhei heid d het volge volgende nde:: de capaci capacitei teitt om zichtb zichtbare are object objecten, en, handel handeling ingen en of symbo symbolen len (beeld (beelden) en) te interpreteren en kritisch te evalueren vanuit zowel het makers- als gebruikersperspectief . 2.2 Twee perspectieven De denitie van visuele geletterdheid geletterdheid gaf het al aan: het gaat uit van de perceptie van de makers en van de gebruikers. Hierbij moet worden opgemerkt dat vanuit beide perspectieven anders naar de visu visuel elee gele gelett tter erdh dhei eid d word wordtt geke gekeke ken. n. Zo zal zal de make makerr vanu vanuit it de desi design gnerk erkan antt naar naar beel beelde den n kijk kijken en en zullen gebruikers kijken naar de uitstraling en boodschap van een beeld. 2.4 Gestalt, semiotiek en retorica retorica De leersc leerscho holen len (theor (theorieë ieën) n) om beeld beelden en te verk verklar laren en/in /inter terpr prete eteren ren zijn zijn al eerde eerderr kort kort aan bod bod geko gekome men n in hoofdstuk 1. In deze paragraaf worden de drie theorieën nader uitgelegd.
De Gestalttheorie staat voor het totaalbeeld. Het beeld moet als een geheel worden gezien en dus niet als losse onderdelen. De Gestalttheorie maakt gebruik van meerdere Gestaltwetten om de beelden te kunnen verklaren (wat zien we?). De Gestaltwetten worden uitgebreid behandeld in hoofdstuk 4. Semiotiek kijkt symbolen bevatten, die naar iets verwijzen, kijkt naar beelden die tekst, iconen en/of symbolen betekent datgene vergelijken of gelijkenis tonen. Semiotiek richt zich vooral op de vraag: wat betekent wat we zien? Retorica houdt zich bezig met de overtuigingskracht van beelden en richt zich op de vraag: wat doet het beeld met mij en waarom heb ik die reactie? 2.5 Interpretatie Interpretatie is een iteratief proces Makers en gebruikers weten nu hoe ze beelden moeten verklaren met behulp van de drie theorieën. De drie theorieën zijn niet hiërarchisch te verdelen: het gaat hier om een iteratief proces. Zo kun je eerst schrikken van een beeld dat je ziet (semiotiek), je vervolgens afvragen wat het nou eigenlijk betekent (retorica) (re torica) en daar later pas het totaalbeeld totaa lbeeld (Gestalt) (Ges talt) van zien. z ien.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
5
Hoofds Hoofdstuk tuk 3
Waarom aarom beel beeldta dtaal? al? De functi functies es van beeld beeld
Beeld Beeld is een vorm vorm van comm commun unica icatie tie.. Comm Commun unica icatie tie bestaa bestaatt uit twee twee vorme vormen: n: verb verbale ale comm commun unica icatie tie en non-verbale communicatie. Verbale communicatie omvat geschreven en gesproken taal, nonnon-ve verb rbal alee comm commun unica icatie tie besta bestaat at uit uit nietniet-tal talig igee signa signalen len of teken tekens. s. Let Let op: op: in het het algem algemeen een denk denken en mens mensen en dat dat nonnon-ve verb rbale ale comm commun unica icati tiee alleen alleen licha lichaam amsta staal al omvat omvat,, maar maar het het drag dragen en van van een opva opvall llen end d T-shirt valt ook onder non-verbale communicatie. Beeldtaal maakt gebruik van een combinatie van verbale en non-verbale communicatie en smelt deze deze samen samen tot een visuel visuelee eenhei eenheid. d. In de aankom aankomend endee paragr paragrafen afen worde worden n de functie functiess (verdu (verduide idelij lijkin king g van complexe zaken, universele boodschap, overtuigen, vergelijken en emotioneren) van beeld uitgelegd. 3.1 Doet complexiteit complexiteit recht Complexe zaken zijn moeilijk te verwoorden. Het visualiseren helpt complexe zaken duidelijker te maken of te vereenvoudigen: een afbeelding van het menselijk lichaam in een biologieboek staat beter dan een beschrijving daarvan.
Wel moet er opgepast worden dat makers de afbeelding anders kunnen opvatten dan een doorsnee gebruiker. Een visualisatie (kleurrijke afbeelding) van botsende neutronen valt voor een wetenschapper direct te begrijpen, terwijl voor een buitenstaander het een afbeelding is met veel kleuren, vormen en zonder een betekenis. De waarheid wijkt dan af van de werkelijkheid. 3.2 Vertelt een universele boodschap Beeldtaal Beeldtaal moet een universele boodschap bevatten: mensen over de gehele wereld moeten het kunnen begrijpen. Voorbeelden hiervan zijn weerkaarten en verkeersborden. Het kan echter zijn dat door culturele culturele verschillen verschillen mensen in andere andere landen niet dezelfde semiotiektheorie gebruiken en dus een totaal andere betekenis aan bepaalde visuele communicatie hangen. 3.3 Vertelt, bewijst en overtuigt Beelden Beelden kunnen laten zien dat iets realiteit is, zoals schilderijen en foto’s die werking kunnen hebben. Bij een foto in de krant heb je al snel het gevoel dat het echt gebeurd is, non-ctie is. De overtuigingskracht van dat soort foto’s is erg groot, mede door de context waarin de foto geplaatst wordt (krant staat vaak bekend als betrouwbaar).
Dat Dat wil wil niet niet zegg zeggen en dat dat alle alle foto foto’’s ‘ech ‘echt’ t’ zijn zijn:: soms soms valt valt over over de echt echthe heid id van van afbe afbeel eldi ding ngen en te twis twiste ten. n. De kracht van overtuigen kan namelijk ook leiden tot manipulatie: beeldmanipulatie, in deze tijd beter bekend als photoshoppen. Onder beeldmanipulatie vallen: • bewerken van beeld • manipuleren van beeld (zoals vaak bij modelfoto’s modelfoto’s gebeurt) • verkeerd labelen van een situatie • selectief afbeelden • in scène gezette afbeeldingen (zie: hfst. 3; p. 38; Beeldtaal; J. van den Broek). 3.4 Maakt vergelijken vergelijken mogelijk mogelijk Door het gebruik van beeldtaal kunnen makers en gebruikers beelden met elkaar vergelijken.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
6
Beelden worden altijd op de volgende kenmerken onderverdeeld: • Hoeveelheden • Tijd (voor en na situatie) • Subjectieve eigenschappen • Objectieve eigenschappen • Afmetingen • Plaats 3.5 Prikkelt, emotioneert en vermaakt Er zijn zoveel beelden in een omgeving dat het lastig is om de aandacht van de kijker te trekken en vast te houden. houden. Hoe trek je nou die aandacht? aandacht? Deze paragraaf paragraaf gaat uit van drie pijlers: pijlers: emotie, verm vermaak aak en prik prikke kel. l. Door Door bijv bijvoo oorb rbeel eeld d een contro controve versi rsiële ële foto foto te gebr gebrui uike ken, n, trek trek je zeker zeker de aanda aandach chtt van mensen ( prikkel) die bij het zien van de foto een bepaalde emotie uiten. Toch kiezen veel makers eerder voor een functionele, functionele, mooie of interessante foto om het oog van de kijker te vermaken.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
7
Hoofds Hoofdstuk tuk 4
Gestal Gestalt. t. Gest Gestalt alt-2. -2.0 0 help helptt make makerr én gebrui gebruiker ker
Zoals al eerder naar voren is gekomen gaat de Gestalttheorie uit van de vraag: wat zien we? De Gestalttheorie bestaat uit meerdere Gestaltwetten (honderden), waarvan de meest belangrijke verderop in dit hoofdstuk worden behandeld. Het uitgangspunt van Gestalt is dat makers en gebruikers beelden in een bepaalde orde zien en zo informatie opnemen. Waarom zien we eerst de voorgrond van het plaatje en daarna pas de achtergrond? De hersenen spelen een grote rol in de waarneming (perceptie) van beelden: beelden: die analyseren analyseren het beeld, beeld, interpreteren interpreteren het beeld vervolg vervolgens ens en uiteindelijk wordt er informatie aan gekoppeld. Perceptie kan verschillend zijn per doelgroep, de ene groep kan visuele communicatie anders inter interpr prete eteren ren en er een andere andere bood boodsch schap ap aan kopp koppele elen. n. Dat Dat zou beteke betekenen nen dat dat visue visuele le commu communic nicati atiee een kwestie is van smaak en dat zou ingaan tegen het doel en nut van visuele communicatie communicatie.. De Gestaltwetten helpen om visuele communicatie te analyseren en interpreteren, zodat deze door een grote groep mensen geordend kan worden. Er zijn twee elementen waar de Gestaltwetten altijd op bouwen: overzicht en rust. Die twee elementen zorgen zorgen ervoor dat de cognitive overload (breinbelasting) zo min mogelijk is. 4.1 Gestalt = eenvoud Gebruikers Gebruikers houden houden er niet van om naar dingen te moeten zoeken in een chaos, ze houden houden van eenvoud en consistentie. Eenvoud is daarmee een van de belangrijkste hoofdzaken binnen de Gestalttheorie en ligt volledig in lijn met de twee hoofdelementen (overzicht en rust). Onbewust maken de hersenen alles al zo eenvoudig eenvoudig mogelijk. mogelijk. Zo is alles ook makkelijker makkelijker te sorteren in de hersenen. Volgens Rob van Es zijn de Gestaltwetten sorteerregels en zijn er zeven van (enkele worden verderop toegelicht n.a.v. de Gestalttheorie, niet naar de theorie van Rob van Es, (zie: hfst. 4; p. 52; Beeldtaal; Beeldtaal; J. van den Broek): • Betekenisvolheid • Nabijheid • Similariteit • Bewegingsrichting • Gebied • Verbondenheid • Synchroniteit 4.2 Wet van voorgrond en achtergrond Ogen en hersenen kunnen maar op één ding tegelijk focussen. In visuele communicatie wordt daarm daarmee ee geëx geëxpe perim rimen entee teerd rd:: in de ene ene oogo oogops psla lag g is het het plaat plaatje je ande anders rs dan dan in de ande andere re (bij (bijvo voor orbe beeld eld op de voorgron voorgrond d lijkt het plaatje op een oude vrouw, vrouw, maar als er anders gekeken gekeken wordt is het een plaatje van een jonge vrouw die wegkijkt, (zie: hfst. 4; p. 54; Beeldtaal; J. van den Broek). De wet van voorgrond en achtergrond gaat uit van twee principes: gures en grounds. De gures bevinden zich op de voorgrond en zijn nadrukkelijk aanwezig in het beeld, de grounds bevinden zich op de achtergrond en vallen minder op. 4.3 Wet van eenvoud De wet van eenvoud is deels al behandeld in paragraaf 4.1. Eenvoud zorgt voor overzicht en duidelijkheid. Ludwig Mies (zie: hfst. 4; p. 55; Beeldtaal; J. van den Broek) had enkele decennia terug de legendarische quote: ” Less is more”, tot op de dag van vandaag nog een veelvuldig gebruikte quote. Ook in de vormgeving moeten makers en gebruikers zich af blijven vragen: wat heb ik nou precies nodig en wat niet? Eenvoud valt immers het meest in de smaak bij mensen. © Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
8
4.4 Wet van nabijheid De hoofdvraag hoofdvraag die gesteld moet worden worden in het kader van de wet van nabijheid is: Begrijpt de gebr gebrui uike kerr wat wat ik duid duidel elijk ijk prob probeer eer te make maken? n? Gebr Gebrui uike kers rs houd houden en er niet niet van van om ding dingen en bij elkaar el kaar te moeten zoeken. Daarom is het van belang om bij visuele communicatie de dingen (afbeeldingen, tekst etc.) bij elkaar te plaatsen die daadwerkelijk bij elkaar horen. Zo worden misverstanden en pijnlijke fouten voorkomen. 4.5 Wet van overeenkomst De wet van overeenkomst is een van de hoofdwetten binnen de Gestalttheorie: andere wetten zijn van deze wet afgeleid. Componenten die op elkaar lijken worden gegroepeerd waargenomen, wat de herkenbaarheid van bijvoorbeeld producten of merken groter maakt. Axe producten hebben allemaal allemaal dezelfde dezelfde zwarte, stoere uitstraling. uitstraling. Een subwet van de wet van overeenkomst overeenkomst is de wet van symmetrie. Symmetrie zorgt voor eenheid eenheid in beeld, consequentie en rust. Voor een lijst met elementen elementen die gebruikt kunnen worden, worden, zie: hfst. 4; p. 60; Beeldtaal; J. van den Broek. 4.7 Wet van gelijke achtergrond gelijkee achter achtergr gron ond d is ook De wet van gelijk ook een afstam afstamme melin ling g van van de wet van overe overeen enko koms mst. t. Groe Groeper pering ing bij de wet van gelijke achtergrond gebeurt via het gebruiken van dezelfde deze lfde achtergrondkleur. achtergrondkleur. groeperen. Gebruikers zullen elementen met dezelfde achtergrondkleur bij elkaar groeperen 4.8 Wet van gelijke bestemming De wet van gelijke bestemming is vooral vooral van toepassing toepassing op bewegende media: internet, video, lm. Dingen die dezelfde beweging maken in dezelfde richting, worden als eenheid gezien. 4.10 Wet van ingeslotenheid gescheiden moeten worden gezien. Wat er vaak Beelden bevatten vaak elementen die van elkaar gescheiden wordt gedaan, is dat lijnen voor de scheiding zorgen. Zo wordt het plaatje door de scheidingen apart waargenomen. Samen met de wet van het ingevulde hiaat (§4.11), vormt de wet van ingeslotenheid de wet van geslotenheid. 4.11 Wet van het ingevulde hiaat De wet van het ingevulde hiaat houdt in dat onze hersenen onvolledige dingen automatisch invullen, zodat er een logisch verband ontstaat, een totaalbeeld. Dit wordt ook wel het fenomeen van subjectieve contouren genoemd. 4.12 Wet van continuïteit Het is in voorgaande paragrafen al naar voren gekomen: continuïteit.In visuele communicatie betekent het dat tekst en plaatjes juist uitgelijnd moeten zijn: mensen willen graag lezen van linksboven naar rechtsonder en met de klok mee. 4.13 Wet van ervaring ervaring ng is de laatst De wet van ervari laatstee Gestal Gestaltwe twett die behand behandeld eld wordt wordt.. Mensen Mensen kopp koppele elen n nieuw nieuwee dingen dingen graag aan dingen die herkenbaar zijn. Dat is mentaal makkelijker te verwerken.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
9
Hoofds Hoofdstuk tuk 5
Semiot Semiotiek iek.. De De betek betekeni enis s van van wat we zien zien
Semiotiek richt richt zich op de vragen: wat betekent het beeld dat ik zie en hoe labelen mensen een betekenis aan a an het beeld? 5.1 Tekens om ons heen Semiotiek focust op tekens. Tekens zijn elementen met een betekenis, die waarneembaar zijn niet aanwezig. Tekens verwijzen naar een object. Voorbeelden zijn schilderijen, romans, maar niet lms, gebouwen, maar ook de sirene van een brandweerwagen valt onder tekens. Tekens analyseren en een betekenis labelen gaat via een vier stappenplan: • Code en conventies: conventies: ontrafel ontrafel de code, kennisvergaring. • Context en aanwijzingen: bepaal de context context waarin de tekens staan. • Combinaties met andere tekens: analyseer de samenhang van de aanwezige tekens. • Interpretatie: interpreteer het teken en doe er een uitspraak over.. over.. 5.2 Drie soorten tekens volgens Peirce Waar verwijst een teken precies naar? En hoe koppelen wij daar precies een betekenis betekenis aan? De verwijzing vorm vormtt het het sleu sleute telw lwoo oord rd in de theo theori riee van van Peirce.Peirceon .Peirceondersc derscheid heidtt drie soorten soorten relaties tussen tekens: • Indexicale relatie, is gerelateerd aan een ervaring ( associëren) en wijst op iets specieks. Bijv.: Het logo van het Rodekruis, herkenbaar en vaak te zien. • Symbolisc Symbolische he relatie, relatie, is geba gebase seer erd d op gewo gewoon onte tess en afsp afspra rake ken n (aanleren). Vb: voetafdr voetafdrukk ukken en in het zand, waar een dier heeft gelopen. gelopen. • Iconische relatie, teken toont gelijkenis met iets anders (herkennen). Vb: het blauwe verkeersbord dat een snelweg aanduidt. 5.3 Betekenislagen: Betekenislagen: de theorie van Barthes Een Een ande andere re mani manier er om de bete beteke keni niss te ontd ontdek ekke ken n (weli (welisw swaar aar binn binnen en een bepa bepaald aldee cultu cultuur ur of groep groep)) is de theorie van de gelaagde betekenis. Deze theorie van Barthes gaat er van uit dat mensen op twee lagen en in totaal op vier niveaus een betekenis aan een beeld koppelen. De lagen en niveaus volgen volgen elkaar in rap tempo op. De twee betekenislagen betekenislagen worden worden in dit uitreksel toegelicht toegelicht aan de hand van het voorbeeld ‘McDonalds’: • Denotatie Denotatie is op zichzelf ook weer gelaagd en bestaat uit twee lagen. Bij primaire denotatie indrukken/kenmer kenmerken ken. analyseer analyseer je letterlijk wat je ziet, de eerste indrukken/ De betekenis daarvan daarvan ligt vast. Je ziet een grote, gele letter ‘M’. Bij secundaire denotatie wordt al meer uitgegaan uitgegaan van kennis, dezeis intersubjectief . Je herkent de gele ‘M’ al, die is namelijk gekoppeld aan kennis en een herinnering: de gele ‘M’ is van de fastfoodketen Mc Donalds. • Connotatie De tweede laag in de gelaagde betekenis is connotatie. Connotatie speelt in op het gevoel en is dus subjectief . Net zoals denotatie bestaat ook connotatie uit twee niveaus (vormen na de niveaus van denotatie dus niveau drie en vier). Het derde niveau wordt primaire connotatie (ook wel culturele connotatie) genoemd en gaat uit van waarden die vanuit een groep zijn verkregen. verkregen. Bij Mc Donalds Donalds verkopen ze fastfood. Het eten is lekker, lekker, maar je wordt er wel dik van. Bij het vierde niveau, secundaire connotatie (subjectieve connotatie), staat het individu centraal: centraal: ervaringen of herinneringen herinneringen.. Laatst was ik met mijn vader bij de Mc Donalds en toen kreeg ik een Happy Meal, mocht ik na aoop in de speeltuin spelen en een hand geven aan Ronald McDonald. © Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
10
5.4 Wie heeft gelijk: Barthes of Peirce? De theorie van Peirce focust zich op de wijze van de verwijzing, koppelt daar een relatie aan en zo komt komt er een een betekenis uitrol uitrollen len.. Barthe Barthess daaren daarenteg tegen en maakt maakt gebrui gebruik k van een heel heel psychologisch proces en bestudeert bestudeert aan de hand daarvan de invloed die visuele communicatie communicatie heeft. Het is een kwestie kwestie van smaak welke theorie beter werkt, dat zal dus voor iedereen anders zijn. 5.5 Wat hebben we aan deze wetenschap? Deze manier van analyseren analyseren en labelen van betekenissen betekenissen aan beelden beelden helpt ons structuur aan te brengen. Peirce heeft ons er e r op geattendeerd dat het herkennen van symboliek s ymboliek zeer lastig is, ook voor de maker om over te dragen. Dit zal vooral lastig zijn wanneer de doelgroep doelgroep voor de visuele comm commun unic icat atie ie nog nog onbe onbeke kend nd is of niet niet vast vastst staa aat. t. Het Het beste beste is om alle alless zo simp simpel el moge mogeli lijk jk te houd houden en.. Barthes Barthes liet weten dat de werking werking van beeld moeilijker moeilijker te meten is naarmate het beeld bekender bekender wordt.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
11
Hoofds Hoofdstuk tuk 6
Retori Retorica. ca. Beelde Beelden n die overtu overtuige igen n
Retorica analyseert de overtuigingskracht die beelden hebben en gaat uit van drie opvolgende overtuigingsmiddelen: • Ethos: publiek overtuigen • Pathos: positieve emoties overbrengen • Logos: logica Voor praktijkvoorbeelden van ethos, pathos en logos, zie: hfst. 6; p. 97-99; Beeldtaal; J. van den Broek. 6.1 Klassieke retorica: overtuigingskunst Als spreker (rethor) kun je volgens Cicero via de volgende vijf taken het publiek overtuigen: • Inventio: leg de strekking van het verhaal verhaal vast, afgestemd afgestemd op je publiek publiek en doel. • Dispositio: structureer structureer het verhaal. verhaal. • Elocutio: zorg voor een levendig verhaal, door bijvoorbeeld humor te gebruiken. • Memoria: oefen het verhaal verhaal meerdere malen. • Actio: presenteren.
Daarna Daarnaast ast houd houdtt publ publiek iek ervan ervan als er beeldend gesp gespro roke ken n word wordtt en er interactie is. is. Dit Dit zijn zijn alle allema maal al voorbeelden van klassieke retorica, het is vooral gericht op speeches van mensen in de oudheid, oudheid, maar wordt nog veelvuldig gebruikt. 6.2 Moderne retorica Bij moderne retorica (ongeveer vanaf de Tweede Wereldoorlog) verliep de overtuiging via de massamedia. Er brak ook een discussie los: wat overtuigt overtuigt mensen nou precies? 6.3 Retorica en het beeld Mensen analyseren het beeld en gaan daarna direct op zoek naar de betekenis ervan. Maar wat zijn nou precies de verschillen tussen de retorische monoloog en visuele communicatie? (Uiteindelijk chec checkl klis istt daar daarva van, n, zie: zie: hfst hfst.. 6; p. 111; Beel Beeldt dtaa aal; l; J. van van den den Broe Broek) k).. Die Die vraa vraag g moet moet eers eerstt bean beantw twoo oord rd worden, voordat het proces van retorica bij beelden geschetst kan worden. • Wie is de rethor rethor (spreker)? (spreker)? Is hij in (levende lijve) aanwezig, wat bijdraagt bijdraagt aan de overtuigingskracht, of is het een foto? • W Wann anneer eer leent leent een beeld beeld zich zich voor voor retor retorisc ische he analys analysee? Bevat Bevat het beeld beeld sturen sturende de eleme elemente nten, n, waardoor de overtuigingskracht kan toenemen of is de boodschap moeilijk te bepalen? • Is er aandacht? Aandacht moet je verdienen, dat is niet altijd even makkelijk als de spreker niet aanwezig is. 6.5 Kairos: het juiste moment Timing Timing is alles, ook binnen binnen de retorica. retorica. Dat wordt wordt kairos genoemd. Met de juiste timing is de overtuigin overtuigingskrac gskracht ht overweldigen overweldigend. d. Denk maar aan Barack Obama tijdens tijdens de verkiezingen verkiezingen in 2008. 6.6 Klassieke stijlguren Stijlguren vormen een traditie in de retorica en worden onderverdeeld in schema’s en tropen. Beide zijn bedoeld om aandacht te trekken en worden behandeld in de komende twee paragrafen.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
12
6.7 Schema’s: regelmatigheden • Verbo-picturaal schema: De tekst die de visuele communicatie bevat wordt ingevuld door beeld. • Contrast: Het gebruiken van tegenstellingen. • Rijm: Het één keer terug laten komen van een herkenbaar herkenbaar element. • Repetitio: Veelvuldige herhaling van beelden of bedoelingen. 6.8 Tropen: onregelmatigheden • Personicatie: niet-m niet-mense enselijk lijkee dingen dingen,, zoals zoals dieren dieren of objecte objecten, n, worden worden als mens mens aangedi aangediend end.. • Vergelijking: een nieuw beeld in de compositie plaatsen van een traditioneel beeld. • Metafoor: het verduidelij verduidelijken ken van een ding door het te vergelijken vergelijken met iets met dezelfde dezelfde karakteristieken. • Hyperbool: aandikken van clichés of beeldspraak. Tegenovergestelde is understatement. • Synecdoche: pars pro toto: staat voor een deel van een geheel (vrouwenicoon (vrouwenicoon bij wc’s) en totu totum m pro pro part partee staa staatt voor voor:: het het deel deel word wordtt gezi gezien en als als een een gehe geheel el:: Nede Nederl rlan and d wint wint van van Enge Engela land nd met hockey. • Pastiche: het kopiëren van bestaand werk van een bekende auteur. • Oxymoron: twee dingen worden gebruikt die met elkaar contrasteren.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
13
Hoofdstuk Hoofdstuk 7
Compositie. Compositie. Compositi Compositie e is ordening ordening en hiërarchie hiërarchie
structuur van elementen op een Het begrip compositie houdt het volgende in: de ordening of structuur pagina, die door de ordening een bepaalde hiërarchie verkrijgen. Het doel van een compositie is overzicht creëren. 7.1 Compositie Hierboven is al uitgelegd wat compositie precies inhoudt. Compositie is alleen van toepassing op tweedimensionale vlakk vlakken en.. Comp Composi ositie tie heeft heeft veel veel te maken maken met met de Gestal Gestaltwe twette tten n die zijn zijn behan behandel deld d in hoofdstuk 4. Bijvoorbeeld aan de wet van voor- en achtergrond.
Een compositie bestaat uit een samenstelling van vormen, hoe die gegroepeerd zijn. Groepering kan op de volgende manieren gebeuren: • Symmetr Symmetrisch isch vs. asymmetr asymmetrisch isch, overzichtelijke en evenwichtige symmetrische symmetrische compositie. compositie. spanning en moet de kijker op zoek naar de Bij een asymmetrische compositie ontstaat er spanning logica. • Centraal of patroon, bij een centrale compositie compositie passen de elementen elementen in één herkenbare vorm, bij een patroon is de compositie compositie uitsluitend uitsluitend decoratief . • Uitsnede. • De belangrijk belangrijkste ste vorm of lijn, elementen die bij elkaar worden worden geplaatst en dus samenklonteren vormen ook één vorm. 7.2 Begrenzing begrenzing zingde denie nieert ert de ruimte ruimte van beelden beelden. Bij tweedim De begren tweedimensi ensiona onale le beelde beelden n zal dit bijvoo bijvoorbe rbeeld eld een lijst lijst om een schild schilderi erijj zijn. zijn. Bij dried driedime imensi nsion onale ale beeld beelden en zijn zijn bijvo bijvoorb orbeel eeld d muren muren de begren begrenzin zing. g. 7.3 Beweging Beweging in beelden komt vaak voor. Zo maken strips gebruik van beweging en op foto’s zorgen lopende lopende mensen voor beweging. beweging. Zoals als vaker is verteld kijken mensen het liefst van links naar rechts en van boven naar beneden. Zo zien mensen beweging in beelden ook het liefst. Designers kunnen verschillende beeldmiddelen inzetten om beweging in beelden te visualiseren: • Met behulp van beeldmanipulatie beeldmanipulatie zogenaamde ‘beweegstrepen’ toevoegen of snelheid meegeven met behulp van Photoshop. • De camera camera mee laten laten bewegen bewegen.. • De focus op de voor- of achtergrond leggen, wanneer er een beeld wordt vastgelegd van een bewegend voorwerp. 7.4 Compositie en Gestalt ordening van Bij Bij visu visuel elee comm commun unica icatie tie is het het van van belan belang g dat dat er ordening van tijd tijd is en het het gehe geheel el daar daardo door or soep soepel el te lezen valt. Strips zijn hier het perfecte voorbeeld van: de tijd is chronologi chronologisch sch en strips lopen altijd van links naar rechts en van boven naar beneden. Voor verschillende overgangen van beeld tot beeld (in dit voorbeeld voorbeeld bij strips), zie: hfst. 7; p. 130; Beeldtaal; J. van den Broek. Broek. 7.5 De semiotiek semiotiek over compositievorme compositievormen n Wat zien zien kijk kijker erss in de comp compos osit itie ie en wat wat bete beteke kent nt het? het? Hiërarchie is bij compo composit sities ies zeer zeer belang belangrij rijk. k. Kijkers kunnen zo in een oogopslag zien wat precies belangrijk is en wat niet. Vaak worden belangrijke dingen in het midden (gecentreerd) van het beeld gezet en de minder minder belangrijke belangrijke er omheen. Het belangrijke wordt benadrukt door het in het midden te zetten. Dit wordt ook wel salience genoemd. © Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
14
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, maar ook composities composities worden van links naar rechts gelez gelezen. en. Dat is gewoo gewoon n gecon gecondit dition ioneer eerd d in de hersen hersenen en van mensen mensen.. Links Links repres represent enteer eertt de oorzaak en rechts het gevolg daarvan. Het totaalbeeld wordt clockwise bekeken (met de klok mee). Op een andere manier dingen bekijken schept verwarring bij de kijkers. promisee, Comp Composi ositie tiess word worden en ook ook van bove boven n naar naar bene benede den n gelez gelezen en.. Boven Boven staat staat voor voor de belofte, the promis en de onderkant voor het echte, the real. Het zou gezien kunnen worden als hemel en aarde. De branche die veel van deze compositiesoort gebruikmaakt, is de reclamebranche. Denk maar aan advertenties van auto’s: bovenaan staat een belofte ‘de beste auto van de eeuw’ en daaronder staan alle specicaties.
Het gebru gebruik ik van vectoren kan kan de kijk kijker er toch toch een een ande andere re rich richti ting ng op stur sturen en.. IKEA IKEA maak maaktt hier hier gebr gebrui uik k van door met pijlen looprichtin looprichtingen gen of speciale speciale acties aan te geven. 7.6 De afbeelding afbeelding als ontmoeting ontmoeting De comp compos ositi itiee van van een foto foto kan kan zeer zeer bepa bepalen lend d zijn zijn voor voor het het effec effectt van van visu visuele ele comm commun unic icati atie. e. Welke elke camerapositie wordt er gekozen en hoe wordt de foto uitgesneden? Mensen gaan uit van hun eigen interpretaties en zullen foto’s koppelen aan persoonlijke ervaringen. Zo wordt een close-up beschouwd als intiem. Hieronder Hier onder een rij met fotocomposities: • Far social, hele lichaam staat op de foto, maar vanuit een vogelvluchtperspectief. • Close social, social, lichaam staat staat afgebeeld afgebeeld tot de knie. • Far personal, lichaam staat afgebeeld tot de heup. • Close personal, hoofd hoofd en schouders zijn afgebeeld. • Intimate, alleen het hoofd is afgebeeld. • Public, foto van het hele hele lichaam, niet afgesneden. 7.7 Compositie als retorisch retorisch middel Wat is het doel van een compositie? Compositie heeft hetzelfde doel als visuele communicatie: aandacht trekken en eventueel een boodschap overbrengen. De overtuigingskracht van de boodschap schuilt in repetitio, de herhaling van beelden en/of elementen.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
15
Hoofdstuk Hoofdstuk 8
Typografie. ypografie. Alle letters hebben hebben hun eigen karakter karakter
8.1 Kiezen voor een letter Het kiezen voor een letter is geen makkelijke makkelijke opgave. opgave. Er zijn miljoenen miljoenen lettertypes (fonts) beschikbaar en het moet passen bij het beeld dat je creëert. Zo zal de keuze vaak gebaseerd zijn op smaak en zal ook vaker een lettertype gebruikt gebruikt worden dat je zelf jn vindt lezen of gebruikt. gebruikt.
Er zijn vele verschillende lettertypes. In dit uittreksel wordt het bekende lettertype Times New Roman gebruikt. Dat is een schreeetter (serif), de letters hebben schreven: schreven: dunne dunne streepjes streepjes aan de uiteinden van letters.Schreeetters worden vaak in broodteksten van kranten gebruikt, omdat ze jn en makkelijk lezen. schreeoos os (sans (sans serif) serif) lettertyp Het Het tegeno tegenover verges gestel telde de van een schree schreeet etter ter is een schreeo lettertype. e. Die lettertyp lettertypes es hebben dus geen schreef, het lettertype Arial is daar een voorbeeld van. Schreeoze letters worden vaker gebruikt op websites. De lettertypes kunnen ook nog verschillen in ligaturen. Dat zijn koppelingen tussen letters of onderdelen die elkaar overlappen overlappen. 8.2 Lettertypes en auteursrecht Lettertypes Lettertypes die in software software staan zijn gratis te gebruiken. gebruiken. Soms is er echter een ander lettertype lettertype nodig, er zijn vele websites die fonts aanbieden. Let wel: de lettertypes kosten daar wel geld en het auteursrecht auteursrecht berust daar bij de typograaf . 8.3 Typemachineletters en afspatiëren Ook de typograe heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld ontwikkeld.. In de tijd van de typemachine typemachine namen alle letters evenveel evenveel ruimte in, dus ook de ‘w’ en de ‘i’. Het lezen van grote lappen tekst in dat dat soor soortt letter letterty type pess is geen geen pretj pretje, e, vandaa vandaarr dat dat letter letterty type pess tegen tegenwo woor ordi dig g autom automati atisch sch aan afspatiëren doen: doen: sommige letters staan dichter op elkaar voor betere leesbaarheid. leesbaarheid. Dat maakt de tekst meer een een eenh eenhei eid. d. In de tijd tijd van van de type typema mach chin inee heet heette te dit dit kerning, en tege tegenw nwoo oord rdig ig op comp comput uter erss word wordtt dit autokerning genoemd. 8.4 Kapitalen of onderkast onderkast Kapitalen zijn hoofdletters. Het doel van kapitalen is opvallen. Tijdschriften en kranten maken veelvuldig gebruik van kapitalen in titels. Kapitalen hebben nog een klein broertje: kleinkapitaal. Kleinkapitaal wordt gebruikt voor het horizontaal uitlijnen van afkortingen in een tekst.
Het tegenovergestelde van kapitalen is onderkast. Dit zijn kleine letters. 8.5 De retorica van typograe Kapitalen schreeuwen om aandacht. Merken gebruiken daarom maar al te graag kapitalen om op te vallen in het schap. 8.6 Typograe en Gestalt: types en families Elk lettertype heeft een letterfamilie, wat bestaat uit een of meerdere meerdere van de volgende volgende elementen: regular, italic, bold en bold italic. Sommige letterfamilies zijn nog uitgebreider met light, light italic en ga zo maar door. Zo’n letterfamilie biedt natuurlijk vele opties en kranten en tijdschriften gebrui gebruiken ken ook nog eens eens meerde meerdere re letterty lettertypes pes en –famil –families ies.. Een overk overkill ill wordt wordt echter echter niet niet gewaard gewaardeerd eerd door gebruikers. © Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
16
8.7 Typograe en semiotiek De typograe van bijvoorbeeld merken kan iconisch worden: mensen herkennen op den duur de letter(s) letter(s) (primaire (primaire denotatie). De gele ‘m’ van Mc Donalds is hier een sprekend sprekend voorbeeld van. 8.8 Uitvullen en witruimtes uitgelijnd worden. De tekst van dit uittreksel is uitgelijnd naar links. Tekst kan Tekst moet ook uitgelijnd uiter uiteraar aard d ook ook uitg uitgeli elijnd jnd worde worden n naar naar recht rechts, s, in het midden midden of uitvu uitvulle llend nd:: het het vlak vlak wordt wordt dan dan helem helemaal aal gevu gevuld ld van van links links naar naar recht rechtss waard waardoo oorr er lang langere ere witr witrui uimt mtes es tusse tussen n woor woorde den n ontst ontstaan aan.. Per Per uitl uitlijn ijnin ing g verschilt de witruimte en de afbreking van woorden.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
17
Hoofds Hoofdstuk tuk 9
De derde derde dimens dimensie. ie. Licht Licht op op persp perspecti ectief ef
Bij het woord perspectief wordt al snel gedacht aan driedimensionaal. De Nederlandse kunstenaar Escher staat nog steeds bekend om zijn spel met perspectief en en de Gestaltwet Gestaltwet van voor- en achtergrond. Zijn optische optische illusies worden tot op de dag van vandaag gebruikt gebruikt om perspectief perspectief uit te leggen. 9.1 De kracht van licht licht zouden alle vormen tweedimensionaal zijn, in literatuur vaak Platland Platland genoemd. Zonder licht schaduw, zorgen ervoor dat vormen driedimensionaal waarneembaar zijn. Licht, en daarmee ook schaduw 9.2 Van plat naar perspectief Vormgevers wekken met licht de illusie dat iets perspectief ( diepte) heeft. Daar zijn verschillende handigheden voor. Als voorbeeld: neem een grijze cirkel en voeg licht toe. Het ‘licht’ in beelden komt meestal van linksboven. linksboven. Dat heeft te maken dat mensen altijd van links naar rechts en van boven naar beneden lezen. lez en. Door de lichtinval lijkt l ijkt de grijze cirkel al een bol. Door het toevoegen van schaduw rechtsonder rechtsonder de cirkel lijkt de grijze cirkel nu een driedimensionale driedimensionale bol. 9.3 Hulpmiddelen voor perspectief/diepte Er zijn voor designers hulpmiddelen om perspectief te geven aan vormen: • Ervoor/erachter: er ontstaat ontstaat een overlap overlap tussen vormen • Groter en kleiner: door het verschil wordt perspectief gecreëerd • Scherper en onscherper: voor- of achtergrond heeft een focus • Lichter en donkerder: schaduwen 9.4 Gezichten in een wolkenlucht wolkenlucht Mensen houden van vormen waar ze iets in kunnen herkennen. Zo zien mensen vaak in een samenstelling van vormen een gezicht. Iets waar een designer maar al te graag op in speelt. 9.5 Lineair perspectief Niet alleen bekijken mensen het liefst li efst een beeld van links naar rechts en van boven naar beneden, ze willen ook graag focussen op één verdwijnpunt in het beeld. Dat verdwijnpunt zorgt ook voor perspectief. Een voorbeeld van een ee n verdwijnpunt is de zon bij een foto van een zonsondergang. 9.6 Standpunt als retorisch middel Het standpunt van de maker van het beeld is bepalend bepalend voor het perspectief. perspectief. Een maker kan verschillende perspectiefstandpunten innemen: • Ooghoogte: wordt wordt vaak als sociaal en betrouwbaar betrouwbaar beschouwd. • Recht: de kijker kijkt recht op de situatie als een soort toeschouwer. toeschouwer. • Vogelvlucht: als helicopterview over over een situatie kijkend. • Kikker Kikkerspe spersp rspecti ectief: ef: van een laag punt punt (bijvo (bijvoorb orbeel eeld d grond grond)) wordt wordt naar naar de situat situatie ie naar naar boven boven gekeken.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
18
Hoofdstuk Hoofdstuk 10 Kleur. Kleur. Zonder Zonder kleur kleur geen smaak smaak Kleur maakt aantrekkelijk! 10.1 Kleurenleer Er zijn drie primaire kleuren: geel, rood en blauw en er zijn drie secundaire kleuren: paars, oranje en groen (voor weergave, weergave, zie: hfst. 10; p. 171; Beeldtaal; Beeldtaal; J. van den Broek). Tussen de primaire en secundaire kleuren is weer onderscheid te maken tussen actieve/warme kleuren (rood, geel en oranje) en passieve/koude kleuren (blauw, groen en paars). 10.2 Kleursystemen Er zijn veel verschillende verschillende kleuren, waartussen waartussen het verschil verschil met het blote oog soms moeilijk moeilijk waar te nemen is. Daarom zijn er verschillende kleursystemen bedacht. Dat kan door middel van cijfers en mengcodes: elke kleur krijgt een eigen combinatie. Het boek behandelt drie kleursystemen: • Pantone/PMS Best Bestaat aat uit uit vijf vijftie tien n basis basiskl kleu eure ren n die die allem allemaal aal hun hun eige eigen n cijfer cijfers, s, name namen n en meng mengco code dess hebb hebben en.. De kleuren zijn vastgelegd op een kleurenwaaier. Ontwerpers en drukkers gebruiken deze kleuren. • CMYK CMYK staat cyaan, magenta, yellow en zwart en wordt gebruikt voor drukwerk staat voor cyaan, (printers hebben de beschikking over maar vier kleuren, professionele printers over meer kleuren). Als de kleuren CMY elkaar overlappen, vormen zij samen de kleur zwart. Toch is zwar zwartt aan prin printer terss toeg toegev evoe oegd gd,, omda omdatt het het ande anders rs een een duur duur grap grapje je zou zou word worden en om drie drie kleu kleuren ren te laten overlappen tot een veelgebruikte kleur. • RGB RGB staat voor rood, rood, groen en blauw. RGB wordt gebruikt voor verlichting en projectie. Computerbeeldschermen gebruiken RGB bijvoorbeeld. Als de kleuren elkaar overlappen vorm vormtt zich zich wit wit licht licht.. Let Let op: op: kleu kleure ren n kunn kunnen en er op beel beelds dsch cher erme men n ande anders rs uitzi uitzien en dan dan op prin print, t, omdat ze dus van andere kleursystemen gebruikmaken. 10.3 Perceptie van kleur Kleur verschilt in verschillende settings (bijvoorbeeld binnen t.o.v. buiten). Ogen nemen dan een andere kleur waar, omdat ogen zich aanpassen aan licht. Dat is goed merkbaar als de oogknijptest wordt gedaan. Contrasterende kleuren, zoals wit en geel en oranje en rood, zijn moeilijk uit elkaar te houden wanneer de ogen dicht worden geknepen. 10.4 Welke kleuren kiezen we? Kleurenkeuz Kleurenkeuzee wordt gebaseerd gebaseerd op factoren factoren uit de omgeving, kleurnamen en trends. Kleur is door trends trends eigenlijk heel commercieel: commercieel: als een bepaalde kleur de trend is van de lente van 2013 en spullen in die kleur veel voorkomen in woonmagazine VT Wonen, zullen veel huishoudens het kope kopen. n. Hetze Hetzelfd lfdee geld geldtt voor voor de mode mode.. Maar Maar hoe hoe kies kies je nou nou prec precies ies kleu kleur? r? Bij Bij visu visuel elee comm commun unica icati tiee is het van belang niet te veel kleuren te gebruiken, gebruiken, het boek zegt maximaal zeven verschillende verschillende kleuren kleuren om zo de functie functie van kleur te behouden: behouden: het biedt info en samenhang. 10.5 Soms liever zwart-wit Kleur is niet altijd nodig. nodig. Als iets herkenbaar herkenbaar genoeg is, dan voldoet voldoet zwart-wit. Denk maar aan getekende plattegronden.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
19
10.6 Semiotici over kleur Volgens semioticus Eco werden vroeger de namen van kleuren bepaald door de helderheid van de kleur en zouden benamingen cultureel bepaald zijn. Kress & Van Leeuwen manipuleerden de basiskleuren door deze langs zes lijnen te leggen en de kleur te veranderen. veranderen. Ze registreerden registreerden de reactie van verschillende verschillende culturen. culturen. Daaruit bleek dat met veel kleur veel emotie gepaard gaat en met weinig kleur weinig emotie. 10.7 Kleur en betekenis betekenis Historici Gage en Pastoureau bedachten het heraldische systeem: een systeem dat zes heraldische kleuren onderscheidt: groen, blauw, rood, geel (/goud), wit (/zilver) en zwart. Iedere kleur heeft een eigen betekenis en wordt daarvoor herkend. herkend. Zo is rood in sommige landen de kleur van het communisme en staat het in andere landen voor duur en koninklijk. De symbolische betekenis verschilt per cultuur. cultuur. Gewenning speelt een grote rol in kleurenconventies. Zo is het in Nederland normaal normaal dat in ieder rood kofepak de regular kofe zit. 10.8 Kleur als retorisch retorisch middel Kleur Kleur valt valt op als er op de achter achtergr gron ond d contra contraste steren rende de kleur kleuren/ en/pat patron ronen en staan. staan. Concl Conclud udere erend nd:: kleure kleuren n schreeuwen om aandacht.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
20
Hoofdstuk Hoofdstuk 11 11 Fotografie. Fotografie. Foto’s Foto’s in beeld beeld Internet heeft ook de wereld van fotograe opengebroken. Ten eerste zijn er miljoenen fotografen bij gekomen en daarmee ook vele foto’s. foto’s. De bekendste fotosite waar miljoenen mensen foto’s met elkaar delen, is Flickr. Daarnaast bestaan er nog vele niches. Ten tweede is fotograe voor iedereen toegankelijk geworden, mede door de innovatie op technologisch gebied. Mensen die een smartphone hebben, worden opeens ook fotograaf. Tot slot is de verspreiding van foto’s makkelijker geworden door de digitalisering. Via social media, e-mail etc. is het heel makkelijk om foto’s foto’s direct met naasten te delen. 11.1 Fotojournalistiek Tegenwoordig heeft een groot deel van de bevolking een camera op zak: de mobiele telefoon. Daarm Daarmee ee word wordtt techn technis isch ch gezie gezien n die die hele hele groe groep p een foto fotogr graaf aaf.. Het Het bero beroep ep bero beroep epsfo sfoto togr graaf aaf verd verdwi wijn jntt daardoor langzaam: het huren van zo’n fotograaf vinden veel bedrijven te duur. 11.2 De ethiek van Photoshop Adobe Photoshop is het bekendste bewerkingsprogramma en heeft voor een revolutie gezorgd binnen de fotograe. Het succes van beeldmanipulatie kent echter twee kanten. kanten. Enerzijds is het een verrijking voor de fotograe: effecten die kunnen toegevoegd etc. Anderzijds brengt het ook de betrou betrouwb wbaar aarhei heid d van van foto foto’’s in het het geding geding:: er word worden en vaak vaak dingen dingen weggeh weggehaal aald d of juist juist bijg bijgepl eplaat aatst, st, waardoor een foto een hele andere context kan krijgen. 11.3 Informatief of illustratief? Foto’s kunnen op twee manieren gebruikt worden: informatief en illustratief. Informatief gebruik draait om de nieuwswaarde van de foto: welk nieuws vertelt de foto? Illustratief gebruik gebruik is bijvoorbeeld voor decoratief gebruik: een ee n foto van een boom in het bos. 11.4 Foto en bijschrift vormen een eenheid Een bijschrift is een ondersteuning bij een foto, het licht iets toe of voegt iets toe. Theo Dersjant heeft drie vuistregels opgesteld voor het gebruiken van een bijschrift: • De eerste zin omschrijft wat er te zien is en wanneer het gemaakt is, in tegenwoordige tegenwoordige tijd. • De tweede tweede zin bij een een bijschrift bijschrift geeft geeft uitleg over de situatie van de foto. • Een bijschrift moet zo beknopt mogelijk mogelijk zijn. Vandaar Vandaar dat deze vuistregel stelt dat een bijschrift maximaal uit twee zinnen mag bestaan. 11.5 Retorische effecten van de uitsnede Het uitsnijden van een foto gebeurt vaak. In het Engels heet een foto-uitsnede cropping and framing. Er kan niet zomaar in foto’s gesneden worden; er moeten genoeg details overblijven. Hieronder de zeven overwegingen om te snijden in foto’s: • Negatieve ruimte: foto kent veel leegte. • Mes van spaarzaamheid: spaarzaamheid: leg de focus op het belangrijkst belangrijkstee van de foto. • Details of context: context: wat wil je precies laten zien met de foto? Zoek de juiste balans tussen tussen details en context. • Laat wat te raden over. • Snijden langs de gulden snede: zorg zorg voor natuurlijke verhoudingen. • Frame kadert kadert de foto in: de omgeving omgeving kadert kadert de foto. • Verhalende context in beeld brengen: dit gebeurt vaak bij oorlogsfoto’s. Gewone burgers burgers worden gefotografeerd en op de achtergrond zijn soldaten te zien. © Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
21
11.6 Waar haal ik mijn beeld? Er zijn verschillende mogelijkheden om beelden te verkrijgen: • Vaste fotograaf fotogra af • Lokale fotograaf • Journalist • Opdracht geven (bijvoorbeeld stages) • Stockfoto’s Stockfoto’s (deze worden in de volgende paragraaf paragraaf uitgelegd) 11.7 De stockfoto-industrie Letterlijk vertaald betekent stockfoto ‘voorraadfoto’. Het zijn series van foto’s die uit dezelfde catego categorie rie komen komen.. Bijvo Bijvoorb orbeel eeld d als Citroë Citroën n een nieuw nieuw model model auto auto uitbre uitbrengt ngt,, worden worden daar daar stockf stockfoto oto’’s van verspreid naar de media.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. Bron : Beeldtaal – W. Koetsenruijter e.a.
22